Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

7Interviewdental tribune - netherlands editionOktober 2012 TEKST: LAURA VAN DEE “Hoe zou je zelf behandeld wil- len worden?” Die vraag zouden tandartsen centraal moeten stel- len, zegt Marga Ree. Het ant- woord erop zou volgens deze prominente endodontoloog lei- den tot meer verwijzingen naar de tandarts-endodontoloog. Ree heeft een verwijspraktijk voor en- dodontologie in Purmerend, geeft regelmatig postacademische cur- sussen en lezingen in binnen- en buitenland en zat in het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie. Recent schreef ze de e-learning Restaure- ren na endodontische behandeling voor nascholingsinstituut Accre- didact. Dental Tribune sprak met Ree over haar visie op restaure- ren na de endodontische behan- deling en de endodontische her- behandeling. Hoe is de positie van de Nederlandse endontologie internationaal gezien? In Nederland is endodontologie een relatief jonge specialisatie: sinds 1990 bestaat er een drieja- rige postinitiële deeltijdopleiding voor. In de VS bestaat de speci- alisatie al sinds 1963 en het aan- tal Amerikaanse endodontologen wordt momenteel geschat op 4100. Een deel van de Amerikaanse endodontologen werkt ook anders dan hier. Het is daar gebruikelijk dat een endodontoloog patiënten in meerdere kamers behandelt. Endodontic sonic irrigation & activation system Nu 2 weken GRATIS op proef! www.vibringe.com De Vibringe is een instrument dat gelijktijdig irrigeert en activeert. De Vibringe maakt gebruik van sonische geluidsgolven (150hz) om een werveling te veroorzaken binnen het wortelkanaal. Deze werveling zorgt er voor dat de bacteriën en debris beter en sneller worden afgevoerd. Ook wordt de biofilm effectief verwijderd, iets wat niet zal gebeuren met passief irrigeren. De turbulentie voorkomt tevens dat er lucht pockets in het kanaal blijven zitten, waardoor het gehele kanaal gereinigd wordt. Wilt u de Vibringe 2 weken geheel vrijblijvend op proef, stuurt u dan een email naar s.has@cavex.nl o.v.v. vibringe en uw telefoonnummer. “Ik ben een voorstander van meerdere zittingen” Interview met Marga Ree, endodontoloog De assistenten doen het voorbe- reidende werk en als de patiënt onder rubberdam ligt, voert de endodontoloog een (deel van de) behandeling uit, waarna de assis- tente de behandeling afrondt. Op dat moment zit er een patiënt in een andere behandelkamer klaar om op dezelfde manier behandeld te worden. Heel efficiënt, maar toch is deze manier van werken niets voor mij: ik wil van begin tot eind controle houden over de be- handeling. In sommige praktijken laten tandartsen hun assistenten röntgenfoto’s maken, maar zelfs dat doe ik niet. Ik wil dat de rönt- genfoto precies zo wordt als ik hem voor ogen had. Er zijn in Nederland nu zo’n ze- ventig tandarts-endodontologen. Dat is niet genoeg. Ik heb dan ook patiënten uit het hele land, soms zelfs daarbuiten. Het zou wense- lijk zijn als meer tandartsen zich specialiseren in de endodonto- logie, maar dan moeten er eerst meer opleidingsplaatsen komen. Tegenwoordig is de foutmar- ge bij de endodontische behandeling veel kleiner door standaardisering en verbete- ring van apparatuur en materialen. Wat is er de voornaamste oorzaak van dat een endodontisch behandeld element naderhand verloren gaat? Vaak is het een samenspel van factoren, waarvan de belangrijk- ste zijn dat een infectie niet ge- neest en dat het element geen goede restauratieve progno- se had. Vaak merken patiënten niets van een infectie en wordt deze pas op röntgenfoto’s ge- zien. Soms is er nog zo weinig ge- zond tandweefsel aanwezig dat er een wortelfractuur optreedt. Dat gebeurt meer en meer, om- dat steeds vaker endodontische herbehandelingen worden uitge- voerd. Doordat er geavanceerde technieken en apparatuur, zoals een microscoop, voorhanden zijn, wordt soms uit het oog verloren dat een element na het afronden van de kanaalbehandeling ook nog gerestaureerd moet worden. Soms gaat een element verlo- ren omdat het vanaf het begin ongeschikt was voor een wortel- kanaalbehandeling. Als bij een element met te weinig gezond tandweefsel een wortelkanaal- behandeling wordt uitgevoerd en daarna een kroon wordt ge- plaatst, heeft die te weinig hou- vast. De kroon zal er steeds afvallen, er kan tandbederf ont- staan en uiteindelijk zal het ele- ment verloren gaan. Is de overlevingskans van elementen bij behandeling door een endodontisch ‘expert’ groter? Daar is niet veel over bekend. Wel is uit onderzoek gebleken dat pa- tiënten tevredener zijn over be- handelingen door tandarts-en- dodontologen dan door algemeen practici. De succespercentages zijn moeilijk te vergelijken, omdat endodontologen vaak patiënten verwezen krijgen met elementen die al eerder endodontisch be- handeld zijn en waarbij complica- ties zijn opgetreden. Grosso modo ligt het succes- percentage bij een herbehande- ling 10% lager dan bij een ini- tiële wortelkanaalbehandeling. Het succespercentage is dus het hoogst wanneer de wortelkanaal- behandeling voor het eerst wordt gedaan in een element waar nog geen infectie is opgetreden. Pati- enten moeten uiteraard van tevo- ren op de hoogte gesteld worden van de kans van slagen van een wortelkanaalbehandeling en een restauratieve follow-up. Alleen een patiënt die hierover goed is geïnformeerd, kan een welover- wogen beslissing nemen de be- handeling wel of niet te laten uit- voeren. Onderschatten algemeen practici de wortelkanaal- behandeling? Tandartsen kijken soms te veel naar de korte termijn. Beter is om bij de behandeling verder voor- uit te kijken, het liefst vijftien tot twintig jaar, en een inschatting te maken hoe een element er dan bij zal staan. Een levensduur van twee of drie jaar is niet genoeg. Soms beseffen algemeen prac- tici niet hoe lastig wortelkanaal- behandelingen kunnen zijn. Ze zouden zich van tevoren moeten afvragen: ben ik ervaren genoeg voor deze behandeling? Heb ik er de juiste apparatuur voor? Is het element van voldoende kwaliteit? Wil de patiënt behandeld wor- den door een algemeen tandarts of door een specialist? Ik zie re- gelmatig patiënten in de praktijk met elementen waarin meerdere malen een wortelkanaalbehan- deling is uitgevoerd, terwijl ze ei- genlijk beter geëxtraheerd had- den kunnen worden en vervangen door een implantaat. In 2003 zijn twee scoreformu- lieren, de Dutch Endodontic Tre- atment Index (DETI) score en de Classificatie Endodontische Be- handeling (CEB), ontwikkeld aan de hand waarvan de algemeen practicus door klinisch onder- zoek en foto's de moeilijkheids- graad en het behandelrisico van de wortelkanaalbehandeling kan inschatten. Als een behandeling in categorieën II en III valt, kan de tandarts, afhankelijk van zijn kennis en ervaring, verwijzen naar een specialist. Als tandarts- endodontologen hopen we dat al- gemeen practici door het invul- len van deze risico-inventarisatie anders gaan kijken naar de wor- > lees verder op pagina 8