Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

8 Interview dental tribune - netherlands edition Juli 2012 dan zullen patiënten nog steeds bang zijn om naar hun tandarts te gaan. Om lachgas te gebrui- ken, moeten tandartsen lach- gasapparatuur aanschaffen en een vijfdaagse cursus gevolgd hebben. Heeft de invoering van de vrije tarieven gevolgen gehad voor de mondzorg voor bijzondere zorggroepen? We hebben niet meer of minder patiënten gekregen door de vrije tarieven. Voor patiënten met een beperking geldt geen eigen bij- drage en angstpatiënten betalen dezelfde tarieven als in de regu- liere praktijk. Wel is de wacht- tijd iets langer geworden, omdat de SBT sinds de invoering veel tijd kwijt is aan het afsluiten van contracten met zorgverzekeraars. We voeren regelmatig discussies over het aangevraagde aantal be- handeluren en de techniekkos- ten, waardoor machtigingen niet meteen goedgekeurd worden en behandelingen pas later begin- nen. De situatie is dus eigenlijk verslechterd. We gaan er echter van uit dat dit tijdelijk is, tot wij en de zorgverzekeraars aan de nieuwe situatie gewend zijn. Een kwart van de Neder- landers is bang voor de tand- arts. 4% heeft een tandarts- fobie, blijkt uit onderzoek van ACTA uit 2009. Waar ligt de grens tussen angst en fobie? Bij een fobie gaan mensen hele- maal niet meer naar de tandarts of alleen incidenteel, bijvoor- beeld als ze een acuut probleem hebben. Als patiënten angst heb- ben gaan ze nog wel, maar vin- den ze het eng. Mensen met tandartsangst moeten in een ge- wone praktijk behandeld kunnen worden, want tandartsen zijn ge- wend aan milde angst. Patiënten zijn vaak bang voor de tandarts omdat ze zich machteloos voe- len. Hoe kan tandartsangst behandeld worden? Er zijn drie manieren waarop mensen angst kunnen ontwikke- len: door een traumatische erva- ring (bij de tandarts of daarbui- ten), door de angst af te kijken bij anderen, zoals een kind bij zijn moeder, of door bedreigende in- formatie van anderen, bijvoor- beeld via de media. Als mensen angstig zijn door een heftige ervaring, werkt trau- matherapie zoals EMDR het bes- te. Een andere goede methode is stapsgewijze (‘graduele’) bloot- stelling in vivo. Vaak worden bei- de methoden toegepast. In het geval van de stapsgewijze bloot- stelling worden patiënten in fa- sen blootgesteld aan datgene waar ze bang voor zijn met de ex- pliciete doelstelling om ze te la- ten ervaren dat de rampen die ze vrezen zich niet voordoen. Zo zal bij angst voor de boor de be- handelaar in stapjes gaan bo- ren en zorgen dat de patiënt door een goede verdoving geen pijn heeft. Elke stap van de behande- ling wordt herhaald tot de angst verminderd is en de patiënt weer naar de tandarts durft te gaan. Tandartsen die in Amsterdam worden opgeleid, leren graduele blootstelling in vivo ook tijdens hun basisopleiding te gebruiken, maar passen het in de praktijk niet altijd toe. Zijn er nog andere methoden? Cognitief herstructureren is een methode uit de cognitieve ge- dragstherapie die ervoor zorgt dat mensen de kans op een ramp minder groot achten. Angstige patiënten hebben negatieve en ir- reële gedachten over de tandarts. Zij schatten de kans dat er iets vervelends gaat gebeuren, bij- voorbeeld dat de boor uitschiet, veel te hoog in. Als iemand deze kans op 80% schat, zal hij niet aan een behandeling beginnen. Met bijvoorbeeld een ‘gedragsex- periment’ leren angstige mensen positiever te denken. Deze the- rapie wordt bij ACTA gedoceerd, maar ook deze behandelstrategie wordt in de praktijk nog steeds te weinig gebruikt. Veel algemeen practici zullen het te tijdrovend vinden om stapsgewijze blootstelling en andere vormen van cognitieve gedragstherapie toe te passen. Dat valt wel mee. Tandartsen denken vaak dat dit soort tech- nieken bestaat uit eindeloos pra- ten, maar dat is niet de bedoeling. Waarschijnlijk is de tandarts in het begin wat extra tijd kwijt aan de patiënt – omdat het angstni- veau dan nog hoog is – maar la- ter verdient hij die tijd terug door- dat de patiënt goed meewerkt. Als je een angstige patiënt niet helpt, blijf je voortdurend onder- handelen met de patiënt en zal hij regelmatig afbellen. Hoe kunnen tandartsen angst voorkomen? Het is belangrijk dat tandart- sen een vertrouwensband met hun patiënt opbouwen, zodat die zich op hun gemak voelt tij- dens de behandeling. Daarnaast kunnen tandartsen de behande- ling beheersbaar maken door een stopteken af te spreken. Patiën- ten kunnen dan aangeven wan- neer de behandeling vanwege pijn of een andere reden tijdelijk gestaakt moet worden. Ten slotte helpt het veel als tandartsen hun handelen voorspelbaar maken, door van tevoren uit te leggen wat ze gaan doen en bij elk stapje een korte introductie te geven over de aard en de duur van de hande- ling. Verder zijn we bij de SBT voor- stander van verdoven bij alle be- handelingen die pijnlijk kunnen zijn voor de patiënt, zoals res- taureren, extracties en wortelka- naalbehandelingen, maar ook bij grondige gebitsreiniging. Vroeger ging een tandarts pas verdoven als de behandeling vastliep of erg pijnlijk bleek te zijn en dan had een patiënt al een slechte erva- ring opgedaan. Zeker bij kinderen is dat zonde. Een tandarts weet van tevoren niet hoeveel pijn een handeling gaat doen en hoe lang het duurt: het boren van een klei- ne caviteit kan veel pijn doen en een grote nauwelijks. Ook heb- ben jonge mensen vaak erg ge- voelige zenuwen, waardoor ze sneller pijn hebben. Ik raad tandartsen aan in prin- cipe altijd te verdoven, tenzij de patiënt dat zelf niet wil. De laat- ste jaren is in de opleiding meer aandacht voor verdoven geko- men, maar dat mag van mij nog meer zijn. Ook mondhygiënisten leren nu hoe ze moeten verdoven. Tandsteen verwijderen kan na- melijk ook erg pijnlijk zijn. Denkt u dat een geluidloze boor – de patiënt kan met een koptelefoon eigen muziek luisteren, maar hoort de stem van de tandarts wel – kan bijdragen aan angstreductie? Sommige mensen kunnen daar baat bij hebben. Maar tand- artsangst bestaat uit meer dan angst voor het geluid van een boor. Het geluid is vaak gekop- “ ” Het helpt als tandartsen hun handelen voorspelbaar maken “ ” Uiteindelijk wordt vrijwel iedereen met angst terugverwezen naar de huistandarts > vervolg van pagina 7 In 2010 hebben we samen met een aantal wetenschappelijke verenigingen onze zorgen geuit over narcoseklinieken. Uiteraard kun je het een patiënt niet verbie- den om naar narcoseklinieken te gaan, maar het moet wel ontra- den worden. Overigens ben ik niet helemaal tegen algehele anesthesie, maar dan alleen bij een aantal welom- schreven categorieën. Bij spas- tische mensen kan het bijvoor- beeld heel nuttig zijn. Ook bij een ernstige verstandelijke beperking komt het soms van pas, omdat je niet kunt uitleggen wat er gaat gebeuren. Bij angst is algehele anesthesie echter niet de juiste oplossing, alleen al omdat de pa- tiënt dan nooit leert dat een be- handeling niet zo erg is als men vreest. Het zou mooi zijn als tandart- sen zelf meer basistechnieken in huis krijgen op het gebied van angstbegeleiding en gehandicap- tenzorg. Wat vindt u van het gebruik van lachgas? Bij de SBT passen we lachgas soms toe bij patiënten met een lichamelijk of verstandelijke beperking. Als andere angst- beheersingstechnieken niet werken, kan lachgas de pati- ent alsnog kalmeren. Het is een goed en veilig middel, waar geen anesthesioloog voor nodig is. Bij mensen met een tandartsfobie zijn we er terughoudend mee, omdat ook dit middel patiën- ten niet van hun angst afhelpt. De meeste reguliere tandartsen hebben geen lachgas in huis en