Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

7Interviewdental tribune - netherlands editionJuli 2012 TEKST: LAURA VAN DEE FOTO’S: KEES WOLLENSTEIN Dyonne Broers is directeur Zorg bij de Stichting voor Bijzondere Tand- heelkunde (SBT) Amsterdam, co- ordinator van de postacademische opleiding Tandarts Gehandicap- tenzorg en opleider aan de postaca- demische opleiding Tandarts Angstbegeleiding van de SBT. Ook behandelt ze patiënten. Ze heeft diverse publicaties op haar naam staan, waaronder het in 2011 gepu- bliceerde boek Mondzorg bij men- sen met een beperking. Ze ver- zorgt cursussen en presentaties en heeft zitting in verschillende com- missies en besturen. In 2011 won ze voor haar artikelen over patiën- ten met vreemde extractiewensen de Peter Makkesprijs voor de beste publicatie op het gebied van angst- begeleiding in de tandheelkunde. Dental Tribune vroeg deze expert in de ‘bijzondere’ tandheelkunde naar haar visie op de behandeling van angstige en lichamelijk of verstan- delijk beperkte patiënten. Hoe is uw betrokkenheid bij mondzorg voor mensen met angst of een beperking ontstaan? Tijdens mijn studie tandheelkun- de vond ik de psyche van de mens en de communicatie tussen tand- arts en patiënt al erg interessant. Daarom heb ik tijdens de oplei- ding keuzevakken over gehandi- captenzorg en angstbegeleiding gevolgd. Na mijn afstuderen heb ik als tandarts in een algemene praktijk met angstige mensen ge- werkt en als tandarts in een in- stelling, een gevangenis en een psychiatrisch ziekenhuis. Toen bleek dat er te weinig onderwijs was op het gebied van angstbe- geleiding en gehandicaptenzorg, hebben Ad de Jongh, Peter Mak- kes en ik uiteindelijk in 2001 de driejarige postacademische oplei- ding tandarts angstbegeleiding in het leven geroepen. In 2004 heb ik, naar dit voorbeeld, met een aantal andere tandartsen uit de gehandicaptenzorg de driejarige postacademische opleiding tand- arts gehandicaptenzorg opgericht. Is de belangstelling voor deze opleidingen toe- of afgenomen de afgelopen jaren? Het aantal tandartsen dat losse cursussen binnen de opleiding volgt, is toegenomen. Ook zijn er steeds meer studenten van ACTA die stage bij de SBT willen lo- pen. Op dit moment volgen zeven tandartsen de opleiding Angstbe- geleiding en tien de opleiding Ge- handicaptenzorg. De opleidingen nemen drie dagen per week in beslag en de tandartsen werken daarnaast in hun eigen praktijk. Omdat dit in Nederland de eni- ge specialisaties voor tandartsen op het gebied van angstbegelei- ding en gehandicaptenzorg zijn, komen de cursisten uit het hele land. Onze cursisten kunnen bij instellingen en centra voor bij- zondere tandheelkunde in hun eigen regio werken en het prak- tijkgedeelte van hun opleiding volgen en hoeven alleen voor the- oretisch onderwijs naar Amster- dam te komen. Voldoet het aantal studenten aan de vraag naar specialisten in dit deelgebied? Het zou ideaal zijn als beide op- leidingen er ongeveer tien cur- sisten bij krijgen. Amsterdam en West-Nederland zijn redelijk goed voorzien van specialisten, maar met name in Noord- en Zuid-Nederland is er een groot tekort. Er zijn meer angstige patiënten in Nederland dan patiënten met een beperking, maar angstige pa- tiënten zijn vaak ook in een gewo- ne praktijk te behandelen als een tandarts een angstbegeleidings- cursus heeft gevolgd. Mensen met een lichamelijke of verstan- delijke beperking zijn moeilijker te behandelen en worden eerder doorgestuurd. Als iemand in deze categorie in bijvoorbeeld Maas- tricht een tandarts zoekt, zal dat niet makkelijk zijn, omdat daar niet veel specialisten werken. Als iemand te lang moet zoeken of te ver moet reizen, geeft hij dikwijls de moed op en gaat hij helemaal niet meer naar de tandarts, of blijft hij bij een huistandarts die aangeeft de zorg eigenlijk niet te kunnen leveren. Is er voldoende aandacht voor bijzondere zorggroepen in de opleidingen tandheelkunde? Vooral voor angstbegeleiding is binnen de opleiding Tandheel- kunde van ACTA veel aandacht, maar dat is niet bij alle opleidin- gen tandheelkunde zo. De ken- nis en vaardigheden op het ter- rein van de gehandicaptenzorg laat bij al deze opleidingen nog te wensen over. Met slechts een paar college-uren voor gehandi- captenzorg weten veel studenten er te weinig vanaf om er geïnte- resseerd in te raken. Doordat studenten meer colle- ge en practica krijgen over angst- beheersing, is de jonge genera- tie behoorlijk goed op de hoogte van de mogelijkheden voor ang- stige patiënten en kunnen ze hen vaak zelf behandelen. Maar pati- enten met een beperking vallen nog regelmatig tussen de wal en het schip. Tandartsen weten niet goed wanneer ze mensen met een beperking moeten doorver- wijzen. Soms doen ze dit te laat en zijn de gebitten van patiën- ten er heel slecht aan toe als ze bijvoorbeeld bij de SBT terecht- komen. Verwijzen algemeen practi- ci te snel of juist niet snel ge- noeg door naar de SBT of een vergelijkbare instantie? Dat verschilt per tandarts. Ik zou algemeen practici willen advi- seren te bellen met een naburig centrum voor bijzondere tand- heelkunde als ze twijfelen over doorverwijzen. Tandartsen be- handelen angstige patiënten steeds meer zelf, maar mensen met een beperking worden vaak nog doorverwezen. De tendens is dat mensen met een beperking steeds meer naar een gewone tandarts moe- ten kunnen. Ik vind dit een goe- de ontwikkeling. Aan de ande- re kant heb ik er begrip voor dat tandartsen met weinig kennis van gehandicaptenzorg het moei- lijk vinden – en misschien zelfs eng – om mensen met een beper- king te behandelen. Als je totaal geen affiniteit hebt met gehandi- captenzorg, is het begrijpelijk dat je doorverwijst. Bovendien is het soms ook praktisch onmogelijk voor een tandarts om een persoon met een beperking te behandelen, bij- voorbeeld als een praktijk niet rolstoeltoegankelijk is of als een tandarts geen lachgas in huis heeft om een spastische patiënt rustig te krijgen tijdens de be- handeling. Vindt u dat er voldoende interdisciplinair gewerkt wordt in Nederland? Dat verschilt per regio. Hoe meer gespecialiseerde tandartsen er zijn, hoe beter tandartsen en huisartsen weten wanneer en naar wie ze moeten doorverwij- zen. In bepaalde regio’s wordt nauwelijks samengewerkt van- wege de onwetendheid over spe- cialisaties in de angstbegeleiding en de gehandicaptenzorg. De SBT geeft regelmatig interviews en le- zingen om meer bekendheid te geven aan onze vakgebieden. Soms zijn huisartsen te veel bezig met symptoombestrijding, omdat ze niet weten dat ze naar ons kunnen doorverwijzen. Als een huisarts een angstige pati- ent met een abces een antibio- ticumkuur geeft, is het angst- probleem niet opgelost. Het probleem wordt hierdoor mis- schien zelfs wel in stand gehou- den: als de zwelling verdwijnt, is de noodzaak een tandarts te zoe- ken minder groot. Wat zijn de huidige ontwik- kelingen in dit deelgebied? Een zorgelijke ontwikkeling is de explosieve groei van narco- seklinieken voor angstige tand- artspatiënten. Algehele anes- thesie (narcose) en intraveneuze sedatie worden in de Verenigde Staten veel toegepast binnen de tandheelkunde en lijken de ide- ale oplossing voor angstige pati- enten omdat ze door deze midde- len niets meekrijgen van wat er in hun mond gebeurt. Er wordt ge- suggereerd dat deze middelen de enige oplossing voor het angst- probleem zijn, terwijl ze het pro- bleem slechts toedekken. Na een behandeling onder algehele an- esthesie durven patiënten nog al- tijd niet door hun huistandarts behandeld te worden. Bovendien is er momenteel een schaarste aan personeel in de anesthesio- logische zorg. Operatiekamers worden niet optimaal benut door een tekort aan anesthesiologen en anesthesiemedewerkers, ter- wijl die wel worden ingezet voor tandheelkundige zorg. Dat is een verkeerde ontwikkeling. Er be- staan goede en eenvoudige ma- nieren om iemand van zijn angst af te helpen, die bovendien goed- koper en minder risicovol zijn dan algehele anesthesie. De SBT en ACTA zijn bezig richtlijnen voor angstbehande- ling te ontwikkelen en doen veel aan PR voor angstbehandelingen. “ ” De aandacht voor gehandicaptenzorg laat te wensen over > lees verder op pagina 8 “De explosieve groei van narcoseklinieken is zorgelijk” Interview met Dyonne Broers, tandarts-angstbegeleiding en -gehandicaptenzorg