Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition Mei 2012 voor noodzaak van behandeling ontwikkelen. Concepten voor dergelijke indicatorsystemen be- staan al. Het is achterhaald dat een persoon met één scheve tand dezelfde beugel en dezelfde ver- goeding krijgt als iemands wiens hele gebit schots en scheef staat. Ik ben een voorstander van het Noorse verzekeringsmodel, dat uitgaat van een gevalideerd meet- systeem. In dit systeem wordt de patiënt ingedeeld in groepen. Een vanwege medische noodzaak ge- plaatste beugel wordt voor 100% vergoed en een deels noodzakelij- ke beugel voor 50%. Bij een cos- metische aanleiding betaalt de patiënt de beugel zelf. De ortho- dontist rubriceert zijn patiënten in groepen en een overheidsor- gaan controleert dat af en toe. Op die manier worden ook de kosten voor de verzekeraars ge- reduceerd en dat is van belang, want het huidige systeem is on- betaalbaar. Mensen verzekeren zich als ze een beugel krijgen en stoppen na de behandeling de verzekering weer. Een orthodon- tieverzekering levert meer op dan erin gestopt wordt. Deze situatie zal binnen vijf jaar verleden tijd zijn. Mijns inziens is het verzekeren van je gebit sowieso achterhaald. Voor ongelukken met tandschade krijgen mensen een vergoeding uit de basisverzekering. De rest van de kosten komt voorname- lijk door verwaarlozing van het gebit. Het lijkt me niet meer dan logisch dat de patiënt dit soort schade zelf betaalt. Is er tijdens de opleiding tandheelkunde genoeg aandacht voor orthodontie, zodat de tandarts ermee overweg kan? Ik vind van niet. Wie nu afstu- deert in de tandheelkunde, weet bijna niets van orthodontie, mede doordat de orthodontie erg ver- breed is. Dat moet zeker veran- deren, want het is uitgesloten dat orthodontisten iedereen kunnen behandelen. 30-50% van de or- thodontie in Nederland wordt momenteel door algemeen prac- tici gedaan. Tandartsen moeten daarom weten wat orthodontie kan doen en wanneer het nodig is. Daar hebben ze, zeker recent afgestudeerde tandartsen, vaak moeite mee. Oudere tandart- sen kennen dikwijls de nieuwste technieken niet meer. Daarom is overleg belangrijk. Nederland kent 260 orthodon- tisten. Zijn dat er voldoende? Als alle orthodontie door ortho- dontisten moet worden gedaan, zijn dat er veel te weinig. Maar ik heb het idee dat er een goede balans is tussen orthodontisten en tandartsen. Er zijn nauwelijks wachtlijsten en er is een goede doorstroom. Je kunt je afvragen of er niet te veel aan orthodontie wordt gedaan in Nederland. Veel kinderen hebben een beugel, om- dat ze allemaal met een perfect gebit op de eindfoto van groep acht willen. In Nederland is het streven naar perfectie heel hoog. In bijvoorbeeld Spanje, Italië en Frankrijk zie je veel meer gebitten die niet helemaal recht staan. Heeft u er iets op tegen dat er zo veel orthodontie plaatsvindt? Ja, want de patiënt wordt opgeza- deld met de illusie van een perfect gebit. Een perfect gebit is biolo- gisch niet houdbaar. Tandartsen en orthodontisten moeten daar wel over nadenken. Collega-tand- artsen vragen mij regelmatig om advies over hun patiënten en de helft van de keren raad ik ortho- dontie af. Veel patiënten hebben eigenlijk geen beugel nodig. Maar ‘nodig’ is een moeilijk begrip. In de orthodontie gaat het voor een groot gedeelte om esthetiek. Is het niveauverschil groot tussen orthodontisten en tandartsen die orthodonti- sche handelingen verrichten? In mijn regio zie ik geen grote ni- veauverschillen tussen orthodon- tisten en tandartsen die ortho- dontie beoefenen, onder andere omdat de onderlinge lijnen kort zijn. Veel tandartsen hebben na- scholing bij onze praktijk gevolgd en vragen orthodontisten regel- matig om advies. Als tandartsen vastlopen, neem ik soms de be- handeling over. Het gaat dan om de patiënt, die geholpen moet worden. In onze regio is dat nor- maal, maar ik weet dat in andere regio’s orthodontisten helemaal niet met tandartsen communice- ren, omdat ze elkaar als concur- renten zien. De patiënt is hiervan de dupe. Het is belangrijk dat tandart- sen die orthodontie beoefenen, regelmatig nascholing volgen en actieve orthodontische coa- ching hebben in hun praktijk. Dat gebeurt lang niet altijd. Te- genwoordig werken er bij grote tandartspraktijken vaak wel een paar mensen die veel van ortho- dontie weten. Tandartsen vragen dan eerst hun collega om hulp en consulteren dan pas een ortho- dontist. Hebben consumenten tegenwoordig andere eisen dan vroeger? Patiënten zijn kritischer gewor- den over hun gebit en hechten veel waarde aan esthetiek. In het verleden waren patiënten al te- vreden als de behandeling afge- lopen was en hun beugel eruit mocht. Nu vragen ze me na af- loop van de behandeling om hun tanden te bleken of oude vullin- gen te vervangen. Wat zijn de belangrijkste punten waar een tandarts rekening mee moet houden als hij orthodontische handelingen wil gaan verrichten? Om te beginnen moet een tand- arts nascholing volgen om kennis op te doen. Wat zijn de mogelijk- heden van orthodontie? Wanneer moet een behandeling starten? De volgende stap is het volgen van praktijkgerichte cursussen waarin de tandarts orthodonti- sche behandelingen leert. Het duurt zeker drie tot vijf jaar tot de tandarts zelfstandig orthodontie kan beoefenen. Een tandarts moet vervolgens twintig tot veertig orthodon- tische patiënten per jaar heb- ben om het werk aantrekkelijk te houden en genoeg ervaring op te doen. Daarnaast zijn er prakti- sche zaken die geregeld moeten worden: de tandarts moet twee dagdelen per week voor ortho- dontie vrijhouden, er moet spe- ciale apparatuur gekocht worden, et cetera. Als je dat niet doet, blijft het hobbyisme en dat moet je de patiënt vooraf vertellen. Zijn er tandartsen die de orthodontie niet aankunnen? Zeker. Een behoorlijk aantal tandartsen proeft ervan, doet het een tijdje en ziet dan toch te veel beperkingen. Het kost een jaar om de orthodontiehandelingen af te bouwen. Soms dragen ze het werk, als ze in de buurt wonen, ook over aan ons. Orthodontie kost veel meer tijd, energie en re- gelwerk dan tandartsen van tevo- ren vaak denken. Wat is de ideale leeftijd om een beugel aan te brengen? Het ideale moment om een beu- gelbehandeling te overwegen is in het algemeen midden in de wisseling. Het is per kind ver- schillend wanneer dit is: bij som- mige kinderen op hun achtste, bij andere kinderen pas op hun der- tiende. Als er functionele proble- men zijn, zoals een scheve beet of een verkeerde kaakgroei, moeten die natuurlijk eerder worden op- gelost. Wat is volgens u de beste retentiemethode? Dat verschilt per persoon. Als ik van tevoren weet dat een kind geen losse retentie gaat dragen, is vaste retentie de beste metho- de. Als iemand moeite heeft met poetsen, geef ik diegene geen vas- te retentie. Bij volwassenen com- bineer ik vaak retentiemethodes, omdat het kostenaspect minder speelt. Ik maak dan bijvoorbeeld in de bovenkaak een spalk en ik geef een nachtbeugel. Na een jaar kunnen ze er dan voor kiezen om of de spalk te laten weghalen of geen nachtbeugel meer te dragen. Is retentie altijd nodig? Ook al blijven gebitten na een beugelbehandeling soms heel stabiel, retentie is altijd nodig. Patiënten willen tegenwoordig immers graag hun perfecte tan- den behouden, misschien wel te graag. Ik vind dat de tandarts er rekening mee moet houden dat ook perfecte gebitten zullen ver- anderen. Een tandarts moet ie- mand die op zijn twintigste een volmaakt gebit heeft, aanraden om retentie te gaan dragen. Als een tandarts zulke mensen een retainer geeft die ze een keer in de maand moeten dragen, kan hij er achterkomen of hun gebit ver- andert en op tijd ingrijpen. Over vijf jaar is dat gewoon geworden. Ik voorspel dat de onderhoud van retentie een groeiend pro- bleem wordt. Er zijn steeds meer mensen met een beugel en daar- om steeds meer mensen met re- tentieapparatuur. Spalkjes wor- den vies en laten soms los: wie doet het onderhoud? Ik denk dat er speciale mondhygiënisten ko- men die retentieapparatuur on- derhouden. Ook met hen moet de orthodontist veel meer samen- werken dan nu het geval is. Ruim 45% van uw patiënten is volwassen. Wat vindt u leuk aan het behandelen van volwassenen? Met volwassenen is meer inter- actie mogelijk dan met kinderen. De patiënten hebben zich meest- al goed ingelezen, waardoor we interessante gesprekken kunnen voeren over de behandeling. De ergste gebitsproblemen zijn bij volwassenen meestal al opgelost en ze willen vaak een beugel om esthetische redenen. In een jaar kun je veel bereiken met een beu- gel en ik zie regelmatig dat een patiënt compleet veranderd, ook mentaal, de deur uitgaat. Ook de techniek is bij volwas- senen complexer, dus uitdagen- der. Bij de behandeling van vol- wassenen kan een orthodontist echt laten zien dat hij snapt hoe beugelmechanica werkt. Hoe komen patiënten bij u terecht? De meeste patiënten in de prak- tijk waar ik werk worden doorver- wezen door hun tandarts. Ruim een derde komt tegenwoordig op eigen initiatief. Het komt voor dat zij een patiënt van mij met een beugel tegenkomen op straat en vragen waar die beugel vandaan komt. Een deel van mijn patiën- ten komt uit de regio, maar ik heb ook een aanzienlijk aantal pati- enten uit de rest van het land en zelfs uit bijvoorbeeld België en Duitsland. In heel Europa, be- halve in Engeland, is orthodontie duurder dan hier. De goedkope orthodontie in Engeland betreft overigens alleen de orthodontie van de National Health Service – het Engelse Ziekenfonds – en die gebruikt door hoge kostendruk vaak verouderde technieken. Pri- véklinieken zijn daar juist veel duurder dan in Nederland. Door onze ligging vlakbij Schiphol krij- gen we regelmatig patiënten uit Engeland over de vloer, die voor ons in het vliegtuig zijn gestapt. In Nederland moeten we accep- teren dat als je meer geld betaalt, je ook in een nettere kliniek be- handeld kan worden. Ik denk dat dat goed is. Er is goede basale zorg voor mensen die er niet veel geld voor over hebben. Mensen die meer willen, moeten meer be- talen. Wij bieden ondermeer ser- vice in de vorm van volwassenen- uren tussen 07.00 en 09.00 uur. ’s Avonds is onze praktijk tot 19.00 open. Onzichtbare beugels zijn tegenwoordig erg populair. Een nadeel van dergelijke beugels is dat ze duur zijn en niet altijd het gewenste resultaat geven. Hoe denkt u hierover? Ik gebruik niet de Invisalign, de bekendste onzichtbare beugel, maar een onzichtbare vacuüm gevormde beugel die daarop lijkt. Dat doe ik omdat Invisalign zich in mijn optiek met haar marke- ting te veel op de patiënt richt. Soms willen patiënten graag een vacuüm gevormde en willig ik dat verzoek in, maar ik gebruik zelf liever witte slotjes en draden. Die zijn ook nauwelijks zichtbaar. Bovendien zijn ze veel goedkoper, werken ze efficiënter en is het re- sultaat beter. Als patiënten echt een onzicht- bare beugel willen, gebruik ik de linguale beugel. Die is even duur als een vacuüm gevormde beu- gel, zit aan de binnenkant van de tanden en kan een beter resultaat behalen op kortere termijn. Ik heb nu zelfs drie kinderen als pa- tiënt die een linguale beugel heb- ben. Eén van hen speelt in een televisieserie en een ander doet een acteeropleiding. Daarom is de onzichtbaarheid van de beugel voor hen belangrijk. Bij de derde is de beet heel diep, dus dan is > vervolg van pagina 4 “ ” Het huidige verzekeringssysteem voor orthodontie is onbetaalbaar