Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

4 Interview dental tribune - netherlands edition Mei 2012 TEKST: LAURA VAN DEE FOTO’S: KEES WOLLENSTEIN Bas Njio schreef zich in 2006 uit als orthodontist en staat nu gere- gistreerd als algemeen practicus, ook al voert hij uitsluitend ortho- dontische behandelingen uit. Hij werkt in twee orthodontiepraktij- ken in Leiden en Voorschoten die zich speciaal richten op volwasse- nen. Daarnaast geeft hij regelma- tig onderwijs en lezingen en advi- seert hij tandartspraktijken over de implementatie van orthodontie in hun praktijk. Dental Tribune vroeg Njio naar zijn beslissing om zich uit te schrijven als orthodontist en sprak met hem over een aantal ac- tuele kwesties in het roerige veld van de orthodontie. Waarom heeft u zich destijds gespecialiseerd in de orthodontie? Orthodontie is positief werk. In de reguliere tandheelkunde wor- den problemen vaak achteraf op- gelost, terwijl een orthodontist altijd vooruit denkt en een plan maakt. Bovendien houd ik van contact met patiënten en een or- thodontist heeft veel interactie met de patiënt. De patiënt be- paalt bij mij zelfs mee hoe het eindresultaat wordt. Wat is de interessantste recente ontwikkeling op het gebied van de orthodontie? Eigenlijk gebeurt er niet veel meer op het gebied van de ortho- dontie. De belangrijkste techni- sche innovaties zijn al gedaan. Ik denk dan aan witte slotjes en draden, en aan digitale fotogra- fie en röntgenapparatuur. Ik denk dat de grootste ontwikkeling is dat patiënten steeds meer waar- de hechten aan esthetiek. Meer en meer volwassenen nemen een beugel omdat ze een mooi gebit willen. Onzichtbare beugels wor- den almaar populairder, terwijl het ontwerp van bijvoorbeeld de onzichtbare Invisalignbeugel al jaren bestaat. Daarnaast wordt de informa- tiestroom naar de patiënt steeds groter. In onze praktijk proberen we patiënten zo goed mogelijk in te lichten via onze website. Voor- af sturen we de patiënt een con- sult PDF-bestand met informatie over de behandeling. Waarom had de politiek het de afgelopen jaren op de orthodontisten gemunt, denkt u? In 2011 werden de orthodontistentarieven op last van de NZa met 16% verlaagd. De overheid wilde dat de beugel goedkoper werd, maar ik weet niet waar dat op gebaseerd is. Za- ken als ‘norminkomen’ en ‘prak- tijkomzet’ werden aangehaald, maar de essentie is dat de over- heid orthodontisten het licht in de ogen niet gunt. Als een jurist of een ondernemer veel verdient, hoor je daar niemand over. Na- tuurlijk moet erop gelet worden dat de kosten niet exponenti- eel stijgen, maar de laatste jaren is de regulering doorgeslagen. Uit enquêtes blijkt bovendien dat patiënten over het algemeen heel positief zijn over hun or- thodontist. Als ze niet tevreden zijn, gaan ze wel naar een ander. Wachtlijsten zijn er niet meer en reisafstanden zijn in Nederland altijd beperkt. Bent u blij met de invoering van de vrije tarieven? Orthodontisten hebben er dankbaar gebruik van gemaakt om hun prijzen te verhogen. De vrije tarieven zijn zeker een goede ontwikkeling, maar de ma- nier waarom ze ingevoerd zijn kan beter. Nu wordt nog vast- gehouden aan de itemprijzen, waardoor de ruimte voor innova- tie even beperkt is als voorheen. Orthodontisten moeten nog steeds per item een prijs vast- stellen en alle items doorlopen. Anders loopt de patiënt de ver- goeding van de verzekering mis. De meeste orthodontisten doen dit dan ook, maar ik niet altijd. Het gevolg van het weglaten van items is dat ik andere items duur- der moet maken om toch op het- zelfde eindbedrag uit te komen. Het zou beter zijn als er gewerkt wordt met eenheidsprijzen voor een hele behandeling, zodat er echte innovatie kan plaatsvin- den. Verder is een ernstige be- perking dat het een kortdurend experiment is dat opeens afgelo- pen kan zijn. Je kunt als onderne- mend tandarts niet te veel veran- deren, omdat je misschien ineens teruggefloten wordt. Vrije tarieven of niet, de prijs van een beugel is nog steeds veel lager dan een jaar of tien geleden. Hoe verklaart u de prijsdaling? De orthodontietarieven zijn de af- gelopen jaren op last van de over- heid sterk verlaagd. Na de invoe- ring van de vrije tarieven zijn ze weer iets gestegen, maar nog lang niet naar het oude niveau. Zelfs nu de prijs 10% gestegen is ten opzichte van december vorig jaar, ligt hij nog steeds 20% onder het tarief van drie jaar geleden. Toen kostte een beugeltraject van an- derhalf tot twee jaar 2800 euro, nu 2200 euro. Het moeilijke aan het vergelijken van orthodontie- tarieven is dat ze complex zijn. Ze bestaan uit meerdere compo- nenten en herhalingsbezoeken. Een eenmalige intake lijkt prijzig, maar als een andere orthodontist meerdere intakes doet voor een lagere prijs per keer, ben je mis- schien zelfs duurder uit. U liet zich in 2006 met een flink aantal collega’s uit het BIG-register schrijven om- dat de tandartstarieven hoger lagen dan die van orthodon- tisten. Sinds de invoering van de vrije tarieven kunt u als orthodonist hetzelfde tarief rekenen. Gaat u zich opnieuw inschrijven? De essentie van mijn uitschrij- ving was niet de hoogte van de tarieven, maar dat orthodontis- ten als minder beschouwd wer- den dan tandartsen. Ik heb mij dat persoonlijk erg aangetrok- ken. Tandartsen kregen destijds 20% meer betaald voor kwalita- tief minder goed werk. Dat laat- ste is wetenschappelijk bewezen. Bovendien hadden zij de keuze om moeilijke, complexe behan- delingen door te schuiven naar de specialist. De tarieven van tand- artsen en orthodontisten mo- gen wat mij betreft hetzelfde zijn, maar er mag geen 20% verschil zijn de verkeerde kant op. Mijn praktijk is gelegen in het westen van het land vlakbij een station, heeft ruime openingstijden en wil goede materialen gebruiken. Onze uitschrijving uit het BIG- register was een signaal aan de beroepsorganisaties en de over- heid: wat er nu gebeurt is niet goed voor het vakgebied. Door onze uitschrijving nam het aan- tal orthodontisten in één klap met een derde af. Helaas kwam er geen enkele reactie vanuit de beroeps- groep. Overigens werkten wij na de uitschrijving nog steeds vol- gens het lagere orthodontisten- tarief. Het ging ons dus niet om het geld, maar om het principe. Krijgt u er weleens vragen over dat u niet als orthodontist in het BIG- register staat? Nee, nooit. Vorig jaar heb ik sa- men met de Consumentenbond onderzoek gedaan naar de be- kendheid van het begrip ‘ortho- dontist’. Een derde van de onder- vraagden dacht dat hij door een orthodontist behandeld was, ter- wijl de behandelaar een tandarts was. Bij mij is het juist andersom. Orthodontisten doen niet genoeg aan hun bekendheid. Zij zijn nau- welijks actief op social media als Twitter en Facebook. Zelf twitter ik wel, maar ik ben zowat de eni- ge. Ik vind het fijn om als tand- arts bekend te zijn, want met or- thodonisten heb ik niets meer. Ze zoeken te weinig aansluiting bij de tandartsen. Zelf werk ik wel veel samen met tandartsen. Ik krijg regelmatig een patiëntsta- tus en foto’s doorgestuurd, waar ik dan advies over geef. Als u het in de politiek voor het zeggen zou hebben, hoe zou u de wetgeving voor tandheelkundige – en specifiek orthodontische – zorg dan aanpassen? De overheid, verzekeringen en orthodontisten moeten in actie komen en een indicatiesysteem “Tandartsen en orthodontisten moeten meer samenwerken” Interview met Bas Njio, ‘officieus’ orthodontist > lees verder op pagina 6 “ ” De tarieven mogen hetzelfde zijn, maar geen 20% verschil de verkeerde kant op