Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

7Interviewdental tribune - netherlands editionApril 2012 De kostprijs van een implan- taatbehandeling wordt bepaald door de chirurgische, de restau- ratieve en de tandtechniekkosten, aangevuld met materiaalkosten van bijvoorbeeld het implantaat. De honoraria verschillen sinds de invoering van de vrije prijs- vorming. Sommige implantaten zijn veel goedkoper dan andere. Het belangrijkste verschil in prijs kan worden veroorzaakt door een verschil in tandtechniekkosten. Die kan bij de huidige goudprijs aanzienlijk variëren, bijvoorbeeld door het gewicht van een kroon. Daarnaast beïnvloedt bij het chirurgische deel bijvoorbeeld de locatie de prijsstelling. Tand- artsen en chirurgen hebben een andere honoreringsstructuur. Tandartsen factureren aan de hand van een prestatie, terwijl bij kaakchirurgen het honorari- um ook afhangt van de huur van de operatiekamer. De operatieka- mer in Nieuwegein is misschien goedkoper dan die in Amster- dam. Implantaten kosten ongeveer 2500 euro. Een aanzienlijk bedrag. Is de winstmarge groot? Een implantaat lijkt duur, maar het is zeker niet altijd zo dat de tandarts daar altijd veel aan ver- dient. Een groot deel van de prijs zit in de materiaalkosten. Als een tandarts een kroon maakt op een implantaat, kost dat ongeveer duizend euro. Hiervan bestaat 250 euro uit het honorarium van de tandarts en 750 uit het hono- rarium van de tandtechnicus. Een plaatje aanbrengen kost min- der tijd dan een implantaat en is mede daarom goedkoper. Wat is het slagingspercentage van implantaten? Op dit moment heeft na tien jaar 95% van de patiënten hun im- plantaten nog. Maar implanta- ten blijven hoogstwaarschijnlijk geen leven lang zitten. Er zijn niet veel mensen die met implan- taten dood gaan, omdat we pas zo’n dertig à veertig jaar implan- taatbehandelingen uitvoeren. En vaak deden we dat bij mensen met een kunstgebit. Het is maar zeer de vraag of een implantaat waar iemand 24 uur per dag mee functioneert en drie maaltijden per dag mee kauwt een leven lang meegaat. Dat hopen we natuur- lijk wel, maar zeker weten we het niet. Arie-Jan van Winkelhoff, hoogleraar Medische en Orale microbiologie aan het UMCG, vindt dat implantaten te makkelijk geplaatst worden. Hij pleit voor betere preventie en een risicoprofiel van het dentale verleden voordat tot implanteren wordt overgegaan. Wat vindt u hiervan? Implantaten zijn onderdeel van een groter plan en moeten na- tuurlijk wel passen in de mond. Van Winkelhoff is microbio- loog en een collega van mij in het UMCG. Hij is er stellig van over- tuigd dat implantaten slecht ge- dijen in een mond met veel bacte- riën. De mond moet volgens hem op microbiologisch niveau hele- maal gezond zijn voordat je im- plantaten kunt plaatsen. Ik ben iets minder streng. Mondgezond- heid kun je op allerlei manieren checken en dat hoeft niet per se ook op microbiologisch niveau te zijn. Ook vind ik het niet nodig om van iedereen die implantaten wil, een uitgebreid risicoprofiel te maken. Mensen met een gezonde mond hoef je niet uitgebreid te screenen. Je weet ook nooit zeker of je bevindingen daadwerkelijk iets vertellen over de prognose van de behandeling. Implantaten horen in een verzorgde, gezonde mond. Is er een leeftijdsgrens bij implantologische behandelingen? Een hoge leeftijd is geen beper- kende factor bij het plaatsen van implantaten, een lage leeftijd wel, zoals ik eerder aangaf. Als oudere mensen een kleine chirurgische ingreep aankunnen, zie ik niet in waarom ze geen implantaatbe- handeling kunnen ondergaan. Onder ouderen bevinden zich veel mensen met een kunstgebit, die we met relatief eenvoudige mid- delen kunnen helpen. Een addertje onder het gras is de gebitsverzorging. Zolang men- sen hun gebit zelfstandig kun- nen onderhouden en reinigen, is er niets aan de hand. Als ze ouder en minder zelfstandig worden, is het de vraag wie de mondverzor- ging overneemt. Uw collega prof. dr. Meijer is voorstander van het voortijdig plaatsen van tandwortelimplantaten bij dragers van een volledige prothese, om te voorkomen dat er kaakbotslijtage optreedt. Hoe denkt u hierover? Bij afwezigheid van tanden en kiezen slinkt de kaak. Hoe lager de kaak komt te liggen, des te moeilijker het is een kunstgebit op de kaak te plaatsen dat goed vast zit. Voortijdig geplaatste im- plantaten kunnen het kaakbot vasthouden. Toch ben ik hier niet onverdeeld enthousiast over. Im- plantaten zijn er wat mij betreft vooral om mensen met kunst- gebitproblemen en mensen met een los kunstgebit aan een vast kunstgebit te helpen. Implanta- ten hebben niet primair behoud van kaakhoogte tot doel. Bo- vendien, al onze kennis over dit soort behandelingen is verkregen bij patiënten met lage kaken, die langdurig tandeloos waren. Het is de vraag of die kennis toe te passen is op patiënten met hoge kaken. Wat vindt u van het gebruik van donorbot bij implantaten? Die vraag zou je eigenlijk aan een kaakchirurg moeten stellen. Ik implanteer zelf niet, maar richt me op de restauratieve kant. Uit de vele onderzoeken blijkt dat je voor sommige toepassingen uit- stekend uit de voeten kunt met donorbot. Voor andere toepas- singen is je eigen bot een bete- re oplossing. Meestal wordt bot weggehaald van de plek waar verstandskiezen hebben geze- ten, maar als er veel bot nodig is, wordt van de heup geoogst. Welke problemen kunnen zich voordoen bij het plaatsen van implantaten? Soms groeit het implantaat niet goed vast, of doen zich ontstekin- gen voor. Meestal hebben com- plicaties, als de operatie netjes uitgevoerd is, met biologische eigenschappen van de patiënt te maken. We weten bijvoorbeeld dat er bij rokers vaker problemen optreden. Als iemand lang ge- rookt heeft, duurt het een paar jaar voor het effect op het gebit en immuunsysteem uitgewerkt is. Daarnaast is er de veronder- stelling dat dezelfde bacteriën die parodontitis veroorzaken ook tot een verhoogd risico op peri-im- plantitis kunnen leiden. Aan de andere kant poetsen mensen die parodontitis hebben hun tanden vaak niet goed. Het zou daarom ook kunnen zijn dat mensen die eerst parodontitis en later peri- implantitis ontwikkelen gewoon een slechte mondhygiëne heb- ben. Implantaten horen in een gezonde mond. Voordat implan- taten geplaatst worden moet de mond eerst gezond zijn en moe- ten patiënten aantonen dat ze goed voor hun gebit zorgen. Wat zijn bekende valkuilen bij implantologische behandelingen? Naarmate de behandeling com- plexer wordt, moet de tandarts zorgen voor een heldere samen- werking tussen de verschillende disciplines. Goede samenwerking tussen degene die het implantaat plaatst en degene die de kroon bevestigt, is van cruciaal belang. Als allerlei mensen hetzelfde wil- len, maar niet dezelfde taal spre- ken, wordt het te ingewikkeld en kan er van alles misgaan. Hoe verklaart u het loskomen en vervolgens breken van implantaatschroeven? Als een patiënt op tijd merkt dat zijn kroon loskomt, kun je een gaatje in de kroon boren en het schroefje weer aandraaien. Soms komt een schroef meerdere ke- ren achter elkaar los. Dit kan ge- beuren als de patiënt hard kauwt waardoor de implantaten te zwaar belast worden. Als de implantaatschroef echt gebroken is, geven patiënten vaak aan dat ze al eerder hadden ge- voeld dat de schroef loszat. De schroef is dan doorgaans ge- broken door materiaalmoeheid. Soms komt een patiënt eerst met een klacht over een losse kroon. Nadat we die vastgezet hebben, komt de patiënt terug en zit de opbouw los. Ook de opbouw ma- ken we in orde en de volgende keer blijkt het schroefje gebroken te zijn. Vindt u het terecht dat implantaten nauwelijks worden vergoed? In betande monden worden im- plantaten inderdaad zelden of nooit vergoed. Implantaten zit- ten alleen in de basisverzekering bij mensen die in aanleg een he- leboel tanden of kiezen missen of bij mensen met een loszittend kunstgebit. Ik vind het niet meer dan redelijk dat mensen die hun tanden slecht poetsen geen ver- goeding krijgen voor implanta- ten. Maar in het algemeen zou- den sociale verzekeringen risico’s moeten vergoeden. Mensen die een mooi gebit hebben en na een valpartij tijdens het schaat- sen een tand verliezen, hebben ineens veel schade. Soms kun- nen ze de hoge kosten nauwelijks dragen. Het zou dan redelijk zijn als iemand zich voor een dergelijk risico kan verzekeren. Ik denk dat patiënten einde- lijk begrijpen dat je je voor tand- heelkunde, als je een redelijk ge- bit hebt, helemaal niet hoeft te verzekeren. Zorgverzekeringen vergoeden heel weinig, net zoals vorig jaar, maar dat begreep men toen nog niet. Mensen krijgen weinig terug van een tandarts- verzekering. Een eigen spaarpot opbouwen lijkt logischer. Zou de vrije tariefbepaling de kosten omlaag kunnen drijven? Er is aan alle kanten ruimte voor prijsverlagingen: door verlaging van de materiaalkosten en na- tuurlijk ook door de verlaging van de kosten van de implanta- ten zelf. Er zijn implantaten op de markt van 350 euro, maar ook van 60 euro. De duurdere zijn niet per se beter. Het kan zelfs zijn dat beide implantaten van dezelfde werkbank komen, maar alleen een andere merknaam hebben gekregen. Het verschil is dat naar de duurdere implantaten onderzoek is gedaan. We weten vanuit de literatuur dat ze lang meegaan, we kennen hun problemen en ze worden doorgaans geproduceerd bij grote firma’s die over tien of vijftien jaar naar alle waarschijn- lijkheid ook nog onderdelen zul- len leveren. De kennis over ge- teste implantaten maakt ze duurder dan sommige nieuwere versies. Wat zou de toekomst kunnen brengen op implantologisch gebied? Ik hoop dat implantaten voor meer mensen bereikbaar worden door een verlaging van de kost- prijs van zo’n behandeling. Dat wordt mogelijk als de prijs van de materialen daalt. De componen- ten die implantologen gebruiken, zijn duur en hebben een grote in- vloed op de kostprijs. Ik denk dat de grote stappen binnen de implantologie al gezet zijn. Maar als je me over vijf jaar weer spreekt, heb ik misschien iets belangrijks over het hoofd gezien. ■ “ “ ” ” De grote stappen binnen de implantologie zijn al gezet Patiënten begrijpen eindelijk dat verzekeren voor tandheelkunde onder de huidige voorwaarden weinig zin heeft > vervolg van pagina 4