Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

13Implantologiedental tribune - netherlands editionApril 2012 biocomp.eu BOTREGENERATIEMATERIALEN Naast het eigen BioComp® implantaatsysteem biedt BioComp ook hoogwaardige synthetische botregeneratiematerialen. Deze materialen staan voor veiligheid, voorspelbaarheid en optimale acceptatie bij de patiënt. Bij materialen van biologische oorsprong kan dit niet altijd gegarandeerd worden. Voor iedere specifieke indicatie hebben wij voor u de juiste producten, met een diversiteit aan korrelgroottes, die aan een klinisch succes bijdragen. The Natural Fit > Resorbeerbaar - Cerasorb® - Poresorb® -TCP > Niet resorbeerbaar - Osbone® - OssaBase® -HA > Membraan - Epiguide® , eerste unieke bioresorbeerbaar membraan planteerd bot vergroot, en neemt daardoor niet alleen het regene- ratiepotentieel toe, maar ook de kans tot botvorming.5 Bovendien is de reconstruc- tie van een kaakwand niet vorm- stabiel bij gebruik van alleen ver- kleinde transplantaatpartikels. De stabilisering van de partikeltjes bij een grote augmentatie wordt wel mogelijk met een membraan.10 Deze methode kan echter leiden tot complicaties, zoals een mem- braanexpositie en infecties, resul- terend in transplantaatverlies. Een alternatief is de combi- natie van een dun botblokje met corticale en spongiosa-botparti- keltjes. Het dunne corticale blok dient als een biologisch mem- braan ter stabilisering van klei- ne botpartikels.5 Op deze manier verloopt de augmentatie in twee stappen. Allereerst wordt een uit- gedund botblokje in de voorge- stelde vorm van de toekomstige kaakwand met osseosynthese- schroeven aangebracht. Dit botblok staat niet in direct contact met het preparatiebed, maar is juist op afstand vast- geschroefd. De tussenliggende ruimte wordt dan met spongiosa en corticale botpartikeltjes uit de mandibula opgevuld. Deze bezit- ten een hoog revascularisatie- en regeneratiepotentieel. Om ingroei van fibroblasten te verhinderen, moet de tussenruimte geheel met botpartikeltjes worden opgevuld. Met deze techniek lijkt na afloop van de augmentatie sprake van een bekkenkamtransplantaat met een groot spongiosa-aandeel (door de spongiosa en corticale mandibulaire botpartikeltjes) en een dunne corticalis aan de bui- tenkant. Zo ontstaat een trans- plantaat met een hoog regenera- tiepotentieel, vergelijkbaar met een bekkenkamtransplantaat. Het osseointegratiepotentieel voor de implantaten is gelijk aan de onderkaak.3 De omstandighe- den voor osseointegratie zijn dan optimaal, omdat zij enerzijds met het permanente linguale en/of het palatinale bot in contact ko- men en anderzijds met een eigen goed gerevasculeerd transplan- taat omringd zijn. CASUS Een 46-jarige patiënte kwam in ons centrum voor klachten aan de elementen 12 en 11. Bij het kli- nische onderzoek werd bij deze elementen een sterk parodontaal abces met een labiale fistelgroei en bewegingsgraad 2 vastgesteld (afb. 1,2,3). Hierdoor was extractie van beide elementen onvermij- delijk. Voor de verzorging van de opening uitte de patiënte de wens deze van een implantaat te voor- zien. Vanwege ernstige botafbraak hebben we de patiënte uitgelegd dat zonder augmentatieve maat- regelen implantatie onmogelijk was en zij daarom met een be- handeltijd van ongeveer een jaar rekening moest houden. Voor de behandeling werden de volgende stappen doorgenomen: 1) Vervaardigen van een etsbrug door de tandtechnicus voor de extractie. 2) Extractie van beide elementen en inzetten van de etsbrug als tijdelijke voorziening. 3) Na drie maanden botopbouw met botoogsten uit retromo- laargebied mandibula. 4) Na zes maanden het aanbren- gen van twee implantaten in regio 12 en 11. 5) Na elf maanden aanbrengen van de prothetische voorzie- ning. BEHANDELING In de eerste fase werden de ele- menten 12 en 11 verwijderd (afb. 4), werd de wond gehecht en werd direct de door het laboratorium gefabriceerde etsbrug aange- bracht (afb. 5,6,7). Tien dagen later werden twee wondcontroles verricht en de hechtingen verwijderd. Vervol- gens hebben we met de patiën- te een afspraak gemaakt voor de botaugmentatie. Deze zou na drie maanden plaatsvinden. Afbeelding 8 en 9 laten zien dat na drie maanden sprake is van een goede wondheling. Ook zicht- baar is de ontbrekende botstruc- tuur horizontaal en verticaal (afb. 10). Onder lokale anesthesie werd het preparatiegebied blootgelegd, zodat het defect zichtbaar werd. Afbeeldingen 11 en 12 tonen een massief defect in de horizontale en verticale dimensie, zodat drie- dimensionale botaugmentatie noodzakelijk was. Met behulp van de Micro Saw werd uit regio 38 onder lokale anesthesie een horizontale sne- de gemaakt aan de basis van de mandibula (afb. 13). Met een .2- zaag werd een verticale snede gemaakt, zowel mesiaal als dis- taal (afb. 14). Aansluitend werd het botblok met een speciale boor van boven geperforeerd (afb. 15). Het botblok werd met een botchi- rurgische beitel en de spontaan- fractuurtechniek probleemloos verwijderd (afb. 16,17). Extraoraal hebben we het bot- blok over de lengte in twee helf- > vervolg van pagina 10 23 24 25 20 22 16 17 18 19 2115 ten verdeeld (afb. 18) en deze met een Bonescraper uitgedund en de partikels ervan verzameld (afb. 19,20). Aansluitend werd de eerste helft van het uitgedunde bot met osteosyntheseschroe- ven buccaal op de hoogte van het naastliggende bot gefixeerd. De tweede helft is palatinaal met twee buccaal gevoerde schroeven bevestigd (afbeelding 21). Hierna werd de open ruimte tussen de twee vastgeschroefde helften op- gevuld met verzamelde botpar- tikels (afbeelding 22). Voor het verbeteren van de structuur van de weke delen en het vergroten van hun volume werd simultaan een verbonden bindweefseltrans- plantaat in het reconstructieveld aangebracht (afbeelding 23). Op afbeelding 24 en 25 is het opera- tiegebied na de augmentatie met de hechtingen te zien. De verti- cale en horizontale augmentatie is duidelijk te herkennen. Daar- mee is het horizontale en verti- cale botdefect met deze techniek verholpen. De implantaten zullen later in 2012 volgen. ■ Dr. E. Emami is tandarts- implantoloog en parodontoloog te Brummen. Zijn website: www.glimlachspecialist.nl. REFERENTIES 1. Eitel F, Schweiberere L, Suar K, Dam- beLT,KlappF,TheoretischeGrundlagen derknochentransplantation.In:Hier- holzerG,ZilchH(eds).Transplantatla- gerundimplantatlagerbeiverschiede- nenOperationen.Heideberg:Springer, 1980:1-12. 2. Günzl H-J, Khoury F. morphologi- sche Untersuchungen von Knochen- biopsien nach autogener Alveolar- Extractionsplastik am unentkalkten, kunststoffeingebettenten Schliff- präparat. In: Gesellschaft für orale Implantologie. Jahrbuch für orale Implantologie. Berlin: Quintessence, 1993:153. 3. Hanser T, Khoury F. Clinical perfor- mance of 3-dimensional surface tex- ture in grafted bone: A 24-months preliminary report of 1048 of conse- cutively inserted implants. Poster at the 22th Annual Academy of Oseoin- tergration Conference, San Antonio, Texas, 2007. De overige referenties zijn op aan- vraag verkrijgbaar bij de redactie.