Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

17Praktijkmanagement/Forumdental tribune - netherlands editionMaart 2012 Het belangrijkste is de verden- king niet te laten merken aan de verdachte. Als fraudeurs denken dat ze ontdekt gaan worden, is hun eerste belang om het bewijs te vernietigen. Dit veroorzaakt onherstelbare schade. Vernieling kan bestaan uit het wissen van de harde schijf van de computer of alle backupmedia vernietigen. In een spectaculaire zaak be- gonnen de slachtoffers hun eigen (klunzige) onderzoek in plaats van ons in te huren. De dief zette het kantoor in brand toen hij er- achter kwam! Ons onderzoeksproces is vol- ledig geheim. Ik zal nooit een kneuzig uitziende onderzoe- ker naar een kantoor sturen. Dit helpt om het bewijs beschermen en voorkomt dat werkrelaties ver- woest worden in het geval dat de verdenkingen ongegrond blijken te zijn. Wat is de meest ongewone fraude die u bent tegengeko- men? Ongeveer eens per maand zien we iets nieuws. Het verande- ren van de ontvangstbalans na een servercrash is een voorbeeld. Door een magneet in één van onze labcomputers te plaatsen, konden we de crash vrij makke- lijk nabootsen. Zijn er specifieke verzekerin- gen die eigenaren kunnen nemen om hun bedrijf tegen fraude te beveiligen? Is zo’n verzekering zinvol? Die verzekering zit doorgaans in het basisverzekeringspakket dat kantoren al hebben of er kan een gedeelte over ‘oneerlijkheid van werknemers’ toegevoegd worden. Ik heb geen details van de kosten, maar erg duur is het niet. Geba- seerd op wat ik zei over de waar- schijnlijkheid van fraude in kan- toren, denk ik dat iedereen een dergelijke dekking zou moeten hebben. Hoe groot is het probleem van externe fraude met klanten, verkopers, leveranciers of an- dere zakenrelaties vergeleken met interne fraude? Het komt zeker voor. We zien een behoorlijke hoeveelheid identi- teitsfraude van mensen die ge- bruikmaken van andermans verzekering of om medicijnen voorgeschreven te krijgen. Toch verbleekt de financiële en andere schade van dit soort activiteiten bij de schade veroorzaakt door fraude. David Harris heeft het genoe- gen gehad veel celdeuren te horen dichtslaan achter door hem tegen de lamp gelopen dieven. Hij is voor- zitter van Prosperident, het enige bedrijf in Noord-Amerika dat zich specialiseert in detectie en onder- zoek naar fraude gepleegd in tand- artspraktijken. Hij is lid van de Academy of Dental Management Consultants en wordt “The Dental Fraud Guru” genoemd. ■ “ ” Het belangrijkste is de verdenking niet te laten merken aan de verdachte Tandartsen kiezen voor zwaardere kwaliteitsnormen TEKST: ANNEMARIE ROZEBOOM, KRT Met de start van het experiment vrije prijsvorming is de mondzorg- markt opvallend in beweging. In het dynamische veld van overheid, zorgverzekeraars, zorgprofessionals en patiënten(organisaties) staat één ding als een paal boven water: het Kwaliteitsregister Tandartsen flo- reert bij de roep om zichtbare kwa- liteit. De groei van het KRT blijft niet alleen beperkt tot het aantal ingeschreven tandartsen, ook de inhoud is in ontwikkeling. De be- roepsgroep kiest vrijwillig voor ver- zwaring, verbreding en verdieping van de normen. Vanaf juli 2012 zal elke KRT-geregistreerde tandarts in vijf jaar 180 KRT-punten uit com- petentiegerichte deskundigheids- bevordering behalen, een patiënte- nenquête uitzetten en aan een vorm van digitale ‘visitatie’ deelnemen. Daarmee nemen tandartsen over- duidelijk hun verantwoordelijkheid voor transparantie in kwaliteit en prestatie. Annemarie Rozeboom (KRT) geeft in deze Dental Tribu- ne een exclusieve toelichting op de nieuwe normen. Het vergde meer dan twintig jaar discussie en overleg voor- dat er een eerste beginsel lag van een vrijwillig Kwaliteitsregis- ter voor Tandartsen. Dat was in 2007. Medio dit jaar komt de eer- ste lichting tandartsen in aan- merking voor herregistratie. Op- nieuw blijkt hoezeer het KRT een groeispurt doormaakt, zowel in volume als inhoud. “Het KRT is een groeimodel,” verklaart Nel- leke Menzel-de Groot – tandarts algemeen practicus en KRT-be- stuurslid. “We zijn begonnen met een set van vijf normen. Natuur- lijk overheerste destijds het be- sef dat sommige normen te strikt of juist te open waren. Maar er was tenminste een uitgangs- punt. Gaande de rit werd duide- lijk welke normen toereikend wa- ren en welke dienden te worden aangescherpt, versoepeld of ge- schrapt. Dat er veel behoefte was aan normwijziging bleek ook uit het onderzoek in 2010 onder (wel en niet bij het KRT aangesloten) tandartsen. Het mooie is dat we na vijf jaar ervaring en inzicht in de markt de normen kunnen aan- passen aan de behoeften van de tandarts en de samenleving van nu. Juist omdat de wijzigingen aansluiten op de actualiteit, heeft het KRT nu veel meer draagvlak dan in 2007. Kwaliteitsregistratie is steeds meer een vanzelfspre- kende maatschappelijke verant- woording. De KRT-normen 2012– 2017 stimuleren de tandarts zich in te zetten voor brede, compe- tentiegerichte scholing en om aan kwaliteitstoetsing te doen in de vorm van een patiëntenenquête en digitale ‘visitatie’. Wie durft nu nog te zeggen dat tandartsen niet in kwaliteit investeren?” PATIËNTGERICHTHEID De normwijzigingen gaan over kwaliteitstoetsing (norm 3) en gedifferentieerde deskundigheid (norm 4). De normen 1, 2 en 5 blijven onveranderd. De nieuwe norm 3 over kwaliteitstoetsing vereist dat de tandarts zich als zorgverlener transparant en toets- baar opstelt door ten minste één keer per vijf jaar een patiëntenen- quête te houden en deel te nemen aan een vorm van visitatie. Menzel: “Dat is een serieuze verzwaring. Zowel voor de pro- fessie, als ook voor het KRT en de aanbieders die dit faciliteren. De rol van het KRT is het opstel- len van de normen waar de toet- sing aan moet voldoen. Zo dient de enquête aan voorwaarden te voldoen op het gebied van in- houd, procedure en systematiek. De vragen moeten bijvoorbeeld evenredig verdeeld zijn over de onderwerpen tandheelkundig handelen, communicatie, hygi- ene, helderheid in de beroepsko- lom en etalage-plus informatie. Het is van groot belang dat tandartsen patiënten serieus ne- men en hen anoniem de kans bieden om hun mening te geven. Zij kunnen daar leerdoelen voor zichzelf uit halen. Tandartsen die op basis van een patiëntenen- quête een plan van aanpak met verbeterpunten maken, worden extra gehonoreerd. Bovendien kunnen zij dit in een ICO-groep bespreken met collega’s. ICO zorgt voor sociale verbonden- heid. Een waardevol fenomeen dat helemaal van deze tijd is. De tijd van ‘ieder voor zich’ is voor- bij. ICO kan de opstap naar tradi- tionele visitatie zijn.” VISITATIE ALS DOELMATIG KWALI- TEITSINSTRUMENT In 2011 is een Werkgroep Visitatie van start gegaan om de mogelijk- heden van deze vorm van kwali- teitstoetsing te verkennen. Wat zijn de randvoorwaarden, welke vormen zijn effectief en niet te vergeten goed uitvoerbaar? Men- zel: “Visitatie is een prachtig doelmatig instrument om in sa- menwerking met collega’s te le- ren en aan kwaliteitsverbetering te doen. Maar er komt veel bij kij- ken om dit inhoudelijk en logis- tiek te faciliteren. De komende maanden zal het KRT samen met collega’s en beroepsorganisaties de kaders verder vaststellen.” COMPETENTIEGERICHTE SCHOLING VOOR VEELZIJDIGE TANDARTS Volgens de huidige norm 4 dient de tandarts in vijf jaar tijd 120 KRT punten aan bij- en nascholing en intercollegiaal overleg in vijf jaar te behalen, waarvan de helft van de punten afkomstig is van ge- accrediteerd scholingsaanbod. Vol- gens de nieuwe norm 4 dienen tandartsen in vijf jaar tijd mini- maal 180 KRT-punten te halen door het volgen van bij- en nascholing, individuele activiteiten en inter- collegiaal overleg. Hierbij geven zij aandacht aan ten minste vier van de zeven competenties. De term ‘bij- en nascholing’ blijkt de lading in de praktijk niet te dekken. Menzel: “Het is van belang om inzichtelijk te maken wat tandartsen allemaal doen. Dat reikt veel verder dan vakinhoudelijke cursussen over implantologie of endodontolo- gie. Denk ook aan bestuurlijk en maatschappelijk werk, professi- oneel communiceren, manage- ment en ondernemerschap. Er worden hoge eisen gesteld aan de tandarts van nu, die vaak meer- dere hoedanigheden vertolkt. Juist vanwege die veelzijdigheid is brede deskundigheidsbevor- dering essentieel. Met de invoe- ring van het CanMeds-model stimuleren we tandartsen zich in de breedte en in de diepte te scholen. Het CanMeds-model kent zeven competentiegebie- den of rollen. Van vakinhoudelijk handelen tot en met organisa- tie en professionaliteit. Tandart- sen kunnen straks kiezen welke vier competenties zij minimaal in hun deskundigheidsbevorde- ring aandacht willen geven. Vier competenties garanderen vol- doende spreiding of differenti- atie (meer dan de helft), terwijl zeven verplichte competentiege- bieden geen keuzeruimte laten aan de tandarts. Alle varianten van scholing, individuele activi- teiten en intercollegiaal overleg kunnen worden ondergebracht in de CanMeds-rollen in PE-online. Dit geldt ook voor de digitale ken- nistoetsen uit de vakliteratuur.” GEEN ACCREDITATIEVERPLICHTING MEER De verplichting tot het volgen van 50% geaccrediteerde bij- en na- scholing en ICO is in de nieuwe norm vervallen. Alleen de KRT- erkenning is nu nog verplicht. Dit wil zeggen dat uitsluitend scho- ling die door het KRT is erkend, meetelt voor de (her)registratie. Als scholing ook nog is geaccre- diteerd door een accreditatieor- gaan, kan de tandarts hier extra punten voor krijgen.” LIFE TIME LEARNING Met de verhoging van het aantal KRT-punten van 120 naar 180 in vijf jaar houdt het KRT het mid- den tussen het aantal van me- disch specialisten (200) en van mondhygiënisten (160). Menzel: “Dit is goed haalbaar. Meer mag natuurlijk altijd. Minder zal zon- der legitieme reden niet accepta- bel zijn voor een KRT-herregis- tratie. Tandartsen kunnen hun punten vrijelijk over de registra- tieperiode verdelen, maar wij zien liever dat ieder registratiejaar iets aan deskundigheidsbevor- dering wordt gedaan, dan dat al- les in één jaar is geconcentreerd. Het KRT stimuleert life time lear- ning.” TRANSPARANTIE IN HET VELD Het is duidelijk dat transparan- tie anno 2012 niet meer vrijblij- vend is voor de professional in de mondzorg. Menzel: “De over- heid eist het, maar ook patiënten en collega’s hebben hier recht op. Verantwoordelijkheid en verant- woording als tandarts telt niet al- leen naar de patiënt toe, maar ook onderling. Transparantie in het veld is van groot belang om kwa- liteit te borgen. Naar wie verwijs je? Is inzichtelijk wat hij of zij aan kwaliteitsbevordering doet? Het KRT is dus niet alleen toeganke- lijk voor patiënten en de overheid, maar zeker ook voor tandartsen. Een openbaar register met pro- fessionals die zich hard maken voor optimale mondzorg, van- daag en morgen.” ■ Nelleke Menzel-de Groot, bestuurslid KRT. “ “ ” ” Het KRT heeft nu veel meer draagvlak dan in 2007 Wij stimuleren life time learning