Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

9Excerptdental tribune - netherlands editionFebruari 2012 nitraat, maar het is onbekend of deze ingrediënten hetzelfde de- sensibiliserende effect hebben als ACP. Iwamoto et al. toonden ver- gelijkbare resultaten aan toen zilvernitraat werd gebruikt als kleurstofmateriaal. In die studie werd bij geen van beide groepen penetratie in het glazuur waarge- nomen.18 Toch constateerden we wel penetratie van de kleurstof in de periferie van het glazuurpris- ma bij zowel de behandelde als de gecontroleerde groep bij bei- de kleurstoffen. Deze verhoogde opname komt mogelijk door het verwijderen van organische com- ponenten uit de diepere glazuur- lagen door het bleekmiddel. De opname van kleurstof in de con- trolegroep was onverwacht. Deze kan mogelijk verklaard worden doordat het glazuur aan de op- pervlakte aan constante aanval- len wordt blootgesteld. De ver- zwakte poriën zijn misschien de toegangsweg voor chromoforen en peroxide. De penetratie van de kleurstof was vooral zichtbaar toen we op- pervlaktescheuren volgden tot een diepte van 100 μm (figuur 4a). De opname van kleurstof door de scheuren is mogelijk klinisch significant, omdat het verklaart waarom sommige patiënten juist gevoelig zijn voor bleken. Als ver- spreiding van de kleurstof door de intercrystallineruimtes de enige oorzaak van gevoeligheden was, zou je een hogere incidentie van hevige gevoeligheid verwach- ten.19 Maar als subklinische de- fecten/scheuren de oorzaak zijn, kan het klinische beeld van hevi- ge gevoeligheid rond de 4% beter begrepen worden. Van glazuur- scheuren en ribbels wordt ge- suggereerd dat er cariës kan ont- staan.20 Zoals te zien in figuur 4b wordt in de periferie van het glazuur- prisma een verhoogde hoeveel- heid kleurstof opgenomen. Dit is mogelijk een route voor het oxi- datieproduct om zich te versprei- den door de glazuuroppervlakte. Naar aanleiding van onze bevin- dingen poneren we de hypothe- se dat peroxide eerst door de glazuur-intercrystallineruimten komt en dan de verbinding tus- sen het glazuur en het tandbeen en het tandbeen zelf bereikt. In vitro experimenten, door meer- dere onderzoekers uitgevoerd, toonden aan dat vijftien tot dertig minuten na aanbrengen van klei- ne hoeveelheden peroxide, van een scala aan peroxideproducten en oplossingen, de stof in de pul- pakamers van getrokken tanden penetreert. Men zou verwachten dat de diffusie van peroxide door intercrystallineruimtes makke- lijk is voor peroxide, aangezien de Dextran-kleurstof die we ge- bruikten een hoog moleculair ge- wicht heeft van 3000 tot 70.000 terwijl dat van een hydroxylradi- cale slechts 17 is. We hebben in ons onderzoek geen bewijs gevonden dat ACP tandgevoeligheid vermindert door de poriën te verkleinen. Een andere studie die de simultane toebrenging van mengseloplos- singen van citroenzuur en sodi- umfluoride onderzocht, ontdekte de formatie van CaF2 -druppeltjes op de glazuuroppervlakte. Deze CaF2 druppels leken echter niet te kunnen voorkomen dat de apa- tietstructuur veranderde gedu- rende verdere blootstelling aan zure middelen. Er zijn geen aan- wijzingen gevonden voor het her- stel van de apatietstructuur ten gevolge van fluoridegebruik. Wat betreft de vraag of ACP de poriën gelijktijdig kan veranderen, heb- ben eerdere onderzoeken uitge- wezen dat het herstel van aange- tast glazuur enkele maanden in vivo duurt.24 Het is onwaarschijn- lijk dat ons onderzoek, dat veer- tien dagen in beslag nam, zicht- baar herstel had laten zien. Hypothetisch gezien kan ACP gevoeligheid verminderen als het de poriën verkleint. Maar een ver- kleining van de poriën zou ook de efficiënte diffusie van hydroxy- le radicalen, die voor het bleken zorgen, voorkomen. ACP zou daarentegen wel via andere me- chanismen kunnen werken, bij- voorbeeld door het type anionen en radicalen dat gevormd wordt te beïnvloeden. Hydrogene per- oxide kan een aantal verschil- lende actieve oxygene soorten vormen, afhankelijk van de reac- tiecondities, zoals temperatuur, pH, licht en de aanwezigheid van transitiematerialen. Of het ene type anion of radicaal minder tot gevoeligheid leidt dan het andere, vergt verder onderzoek. Er is ook gesuggereerd dat ACP mogelijk de zenuweinden direct depolariseert.25 Bovendien ont- staat bij de generatie van ACP door calciumnitraat en potassi- umfosfaat te combineren 0,25% potassiumnitraat.26 Een recente studie naar bleekmiddelen die erom bekend staan een lage ge- voeligheid tot gevolg te hebben deed de vraag rijzen of de kleine hoeveelheid potassiumnitraat die als bijproduct ontstond, klinisch relevant was.27 Klinische studies hebben aan- getoond dat ACP effectief was in het terugbrengen van gevoelig- heid.16,25 Een recente in vivo ana- lyse van 9% H2 O2 strips op vijftig subjecten liet zien dat het dage- lijks gebruik van een caseïne-fos- fopeptide-amorf calciumfosfaat in combinatie met een tanden- bleekmiddel een minimaal ef- fect had op tandgevoeligheid ten opzichte van een placebopas- ta. Onze bevindingen roepen de vraag op of ACP zijn desensibili- serende effect misschien bereikt door een ander mechanisme dan door het verkleinen van de opper- vlakteporiën. Ons onderzoek is beperkt door de kleine hoeveelheid monsters en doordat we alleen het glazuur- oppervlak hebben bekeken. He- vige gevoeligheid kan begonnen zijn door blootgesteld tandbeen- substraat. Een ander kritiekpunt kan zijn dat de scheuren, die ge- toond werden in deze studie, door trekkrachten zijn ontstaan. Er is verder onderzoek nodig om het proces van desensibilisatie door ACP beter uit te leggen. CONCLUSIE De opname van kleurstof door intercrystallyneglazuurruimtes komt voor bij zowel de behan- delde als de gebleekte (glazuur) groep. Bleekproducten met en zonder ACP leken de grootte van deze ruimtes niet te veranderen. Subklinische glazuurdefecten/ scheuren kunnen de oorzaak zijn van hevige gevoeligheid als ge- volg van bleken. DANKWOORD Wij danken dr. Katsuya Miya- ke en de heer Darren Baker, Cell Imaging Core Laboratory en Ge- orgia Health Sciences University voor hun hulp bij de confocale microscopie. Dit project werd ge- financierd door een donatie van Ultradent. ■ Een volledige literatuurlijst is op te vragen bij de uitgever. “ ” Ethiek, wetenschap en vaardigheid Auteur: G. Gürel Nederlandse redactie: A. Dozic Uitgever: Prelum uitgevers ISBN: 978 90 856 2017 4 Omvang: 528 pagina’s Prijs: € 129,- A N U I O P Het onderwerp van dit boek, porseleinen facings, wordt steeds populairder, aangezien de techniek – in tegenstelling tot die van volledige kronen – weefselbesparend is. Bovendien worden porseleinen facings vaak in relatie gebracht met het bewerkstelligen van een mooie glimlach en daarom kiezen patiënten hier steeds vaker voor. Niettemin is het belangrijk om bij het indiceren en het vervaardigen van porseleinen facings uiterst zorgvuldig te werk te gaan. Alle aspecten het indiceren en het vervaardigen van porseleinen facings van worden in dit boek gedetailleerd besproken. Ze worden systematisch, in een goed doordachte volgorde aan de lezer gepresenteerd, waardoor hij na het lezen van dit boek het gevoel zal hebben niets van een onderwerp gemist te hebben. Het allerbelangrijkste zijn de klinische stappen, die zo overzichtelijk beschreven en afgebeeld zijn dat ze letterlijk de volgende dag in de praktijk kunnen worden toegepast. Porseleinen facings Bleekmiddel Hoofdingrediënt en concentratie Fabrikant Nite White Excel 3 met ACP 16% hydrogene peroxide (+ACP) Discus Dental Opalescence PF 10% carbamide- peroxide (+ fluoride en potassiumnitraat) Ultradent Figuren 2a & b: Experimentele set-up voor een confocale microscopie (a). Plat gemaakt oppervlak van een snijtand in loodrechte hoek ten opzichte van de laser (b). Tandmon- ster ondergedompeld in gedestilleerd water. Figuren 3a & b: OP-controlegebied 6 μm onder het oppervlak (a). OP-behandeld gebied 10 μm onder het oppervlak (b). De pijl laat de scheur zien. Figuren 4a & b: OP-controlegebied 28 μm onder het oppervlak (a). De kleurstof is via de scheur gepenetreerd. Op-behandeld 24 μm onder het oppervlak (b). Figuren 5a & b: ACP-controlegebied 12 μm onder het oppervlak (a). ACP-behandeld gebied 48 μm onder het oppervlak (b). Figuren 6a & b: ACP-controlegebied 46 μm onder het oppervlak (a). ACP-behandeld gebied 46 μm onder het oppervlak (b). A A A A A B B B B B