Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition Februari 2012 “ ” te vaak gebleekte tanden er le- venloos uit. Als dit algemeen be- kend was, zouden mensen deze risico’s minder snel accepteren. Los van deze discussie staan overigens de thuisbleekpro- ducten, zoals ‘bleaching tape’. Meestal zijn dit middelen met lage concentraties die aan de Eu- ropese normen voldoen. Dit zijn, mits correct gebruikt, prima bleekmiddelen.” Hoe zou de gedragscode voor bleekbehandelingen eruit moeten zien? “Ten eerste moeten behandelaars altijd verantwoorde keuzes ma- ken: alles wat ze doen moet vei- lig zijn voor de patiënt. Ze moeten eerst informeren en geen risico- volle behandelingen aanbieden. Opties als direct bleken of snel bleken met hoge concentraties waterstofperoxide zullen ze dan nooit serieus kunnen aanbieden. Tandartsen die weten dat agres- sieve powerbleaching schadelijk kan zijn en het willens en wetens toch doen, zijn in mijn optiek al- leen maar bezig met geld te ver- dienen.” Hoeveel van dit soort tandartsen zijn er in Nederland? “Niet veel. Nederlandse collega’s zijn nuchter en kritisch. De grote ketens voor bleekbehandelingen, zoals PerfectSmile (zie het arti- kel op pagina 1-2, red.), zijn vol- gens mij opgezet door niet-tand- artsen. Ik vind dat geen goede zaak en vraag mij vaak af welke patiënten daarheen gaan. Het is een zijweg, maar het zou in dit verband zomaar kunnen dat het vrije marktprincipe de kwaliteit van zorg omlaag gaat trekken. Zelf ben ik geen goedkope tandarts. Als ik een uur uittrek om te onderzoeken en informe- ren, breng ik dat natuurlijk wel in rekening. Dat maakt mij met- een een stuk duurder dan de één- uursbehandelingen die de gro- te ketens aanbieden. Ik hoop van harte dat de huidige situatie niet leidt tot een tweedeling in patiëntgroepen en dat de over- heid voor enige vorm van regule- ring kiest.” Ziet u al een ontwikkeling in deze richting? “Tot nu toe niet echt. De mond- zorg bevindt zich in een chaoti- sche periode door het experiment met de vrije tarieven. We kunnen even niet verder dan een halfjaar vooruit kijken. Ik hoor overigens veel tandartsen mopperen over alle aanpassingen die ze moe- ten verrichten op het gebied van behandelcodes, maar constateer tegelijkertijd dat ze allemaal in prijs stijgen.” Tandartsen hebben de afgelopen jaren dan ook geen prijsverhogingen kunnen doorvoeren... “Het is volgens mij stiekem een manier om de prijs van mondzorg op te laten lopen. Het is voor mij persoonlijk niet slecht, maar ik vind dat de sector, onder aanvoe- ring van het NMT, te veel veran- deringen ineens wil doorvoeren. Waarom is er geen overgangspe- riode voor alle praktijken waarin zij kunnen werken aan een web- site? Waarom is er niet begonnen met een regionale proef? Voor- al de patiënten worden op deze manier de dupe, want die moe- ten betalen terwijl zij niet goed zijn geïnformeerd. Het is daarom geen wonder dat je in de estheti- sche hoek allerlei onverantwoor- delijke ontwikkelingen ziet.” Is er de afgelopen tien jaar veel aan de bleekmethodes verbeterd? “Er is zeker veel gebeurd. Tegen- woordig kunnen bijvoorbeeld ook witte vlekjes met bleken behan- deld worden. Dat kan echter al- leen in office en is een stappen- behandeling. Ik heb het effect gezien van deze methode. Het ziet er goed uit, maar uiteinde- lijk is bleken altijd een beschadi- ging van de tanden. Op microni- veau wordt de oppervlakte van de tand grover en meer poreus. Door de oppervlakteverandering dringt minder licht de tand binnen: het weerkaatst van de oppervlakte. Mits in veilige concentraties ge- bruikt is dit een ‘veilige beschadi- ging’ van de tand om deze witter te laten lijken. In de stappen- behandeling van witte plekken duurt bleken veel langer (soms maanden) en/of wordt de tand- glazuur aangezuurd (micro-et- ching), waarna de oppervlakte die microbeschadigd is weer gepolijst wordt (micro-abrasion). Na het bleekmoment wordt de patiënt behandeld met calcium en fos- faten. Tevens worden de tanden goed gefluorideerd. Het spreekt voor zich dat alleen goed opge- leide tandartsen dit mogen doen. Het bleken van witte vlekjes is een goede ontwikkeling voor bij- voorbeeld jongeren die een or- thodontische behandeling heb- ben ondergaan. Deze groep heeft het zwaar. Van hun twaalfde tot hun zestiende dragen ze beugels. Dit zijn precies de moeilijkste ja- ren in een mensenleven wat be- treft poetsgedrag, zelfspot en het ontwikkelen van risicovol eet- en drinkgedrag. Omdat er in de peri- ode dat jongeren een beugel dra- gen veel attaques zijn, treedt vaak ontkalking op. Zodra de beu- gel wordt verwijderd zie je, soms pas na enige tijd, de ontkalkin- gen terug op de gebitselementen. Daardoor zijn deze jongeren nog steeds ongelukkig. Ze hebben rechte, maar lelijke tanden. Na een tijdje worden die vlekjes geler en onopvallender omdat de fluo- ride uit tandpasta, eten en water zich inbouwt, maar het gaat nooit helemaal over. Zulke mensen kunnen met de juiste nieuwste bleekmethodes goed geholpen worden. Maar ik beschouw het onder de streep nog steeds als behandelingen om te behande- len. Orthodontisten zouden hier- over beter moeten voorlichten. Misschien willen mensen wel he- lemaal geen beugel als ze vooraf weten dat ze iedere dag een half uur moeten poetsen. De patiën- ten van sommige orthodontis- ten die bij mij komen, weten vaak veel te weinig over de manier waarop ze de mondhygiëne moe- ten doen. Dat vind ik vreemd.” In de tandheelkunde wordt steeds meer aandacht besteed aan preventie. Is ook bij de verkleuring van tanden door goede voorlichting veel leed te voorkomen? “Doorvragen door tandartsen is vanuit preventieoogpunt heel be- langrijk. Ik pleit ervoor dat op de universiteit een vak over ethiek en het ontwikkelen van zorg- plicht en verantwoordelijkheids- gevoel heel uitgebreid wordt ge- exploreerd. Te veel tandartsen studeren af met het idee: ‘nu ga ik het veld in en lekker geld verdie- nen’. Met geld verdienen is niets mis, maar ik vind dat juist de ver- antwoordelijke kant van tand- heelkunde het werk leuk maakt. Kleurverandering van ge- bitselementen heeft te maken met het normale verouderings- proces waarbij de glazuurkap steeds dunner wordt. Hierdoor gaat het tandbeen, dat geel- oranje is, op een gegeven mo- ment steeds meer doorscheme- ren. Tevens worden de tanden grijzer doordat de oppervlakte meer onevenheden en schuur- tjes vertoont, maar ook omdat verkleuringen binnendringen. Vooral roken maakt tanden grijs. Als je patiënten vertelt hoe ver- kleuringen kunnen ontstaan, zullen ze misschien meer op hun dieet letten of op andere momen- ten per dag gaan poetsen. Veel slijtage door slechte gewoontes kan het tandbeen doen doorsche- meren. Maar je kunt niemand be- schermen tegen de veranderingen door het ouder worden.” Er wordt veel gepubliceerd over het verband tussen mondgezondheid en algemene gezondheid. Ziet u in deze publicaties ook bruikbare argumenten voor meer en betere preventie? “Ja, dit is goed nieuws. Ik werk- te op ACTA een paar jaar als do- cent in een setting waarbij pati- enten met medische problemen die interactie met tandheelkun- dige behandelingen kunnen heb- ben, werden behandeld door speciaal opgeleide studenten en artsen. Deze studenten kregen een ander beeld over de impact van tandheelkunde op de alge- mene gezondheid en gingen later vaak in ziekenhuizen werken. Zo is het heel spannend als je weet dat je mensen met slaapapneu als tandarts tegenwoordig goed kan helpen met een apparaatje dat de onderkaak naar voren duwt.” Esthetische wensen en een (functioneel) gezond gebit gaan niet altijd hand en hand. Bent u als tandarts uit de esthetische hoek geneigd andere keuzes te maken dan een tandarts die zich voornamelijk voor functionaliteit interesseert? “Dit geldt alleen voor het front. Ik zal nooit aan een patiënt voor- stellen dat er een esthetische op- lossing is voor zijn gebit, tenzij duidelijk is dat hij er zelf een pro- bleem mee heeft. Maar dit zal ook gelden voor een algemeen tand- arts.” Dezelfde discussie zien we bij facings. Het resultaat is fraai, maar kiezen patiënten niet te snel voor deze optie, zonder te weten wat de gevolgen zijn in het dagelijks leven? “Porseleinen facings zijn in prin- cipe bedoeld als een minimaalin- vasieve behandeling. Het is iets anders als facings op gezonde en mooie tanden worden geplakt om ze nóg mooier te maken. Dat vind ik onverantwoord. In Amerika ge- beurt dit bijvoorbeeld veel te vaak. Hier is dat minder, maar ik zie aan het aanbod op de markt dat het wel vaker voorkomt dan vroeger.” Tips van Alma Dozic over kleurbepaling in de dagelijkse praktijk Probeer kleur onder daglicht te bepalen en niet onder de lamp van de unit. Daglicht is het beste aan de noordelijke kant. ‘Koud licht’ van een temperatuur van ongeveer 5000K is optimaal om alle weerkaatsende kleuren met het oog te kunnen waarnemen. Als het licht te fel of te geel is, wordt het voor het oog te veel gemengd. Als de optimale omstandigheden om de kleur te bepalen niet aanwezig zijn, omdat het bijvoorbeeld te zonnig is, moet je de patiënt naar een tandtechnicus sturen. Zij hebben doorgaans wel een daglichtlamp. Als het – zoals vaak het geval is – gaat om een kroon die in een lab buiten Nederland wordt gemaakt, moet een kleurbepalingsapparaat gebruikt worden. Zorg dat je het apparaat goed begrijpt, anders gaat het mis- schien alsnog mis. Laat tijdens de kleurbepaling het oog niet te moe worden. Na vijf se- conden is het pigment verbruikt, en zie je eigenlijk geen verschillen meer. Het pigment kan opnieuw aangemaakt worden door te kijken naar een grijskaart of een neutraal lichtblauw oppervlakte. Bedenk welke tand als modeltand moet dienen. Informeer en raad- pleeg de patiënt hierover. Orthodontisten zouden beter moeten voorlichten over poetsen en tandverkleuringen “ ” Het vrije marktprincipe kan de kwaliteit van zorg omlaag trekken > vervolg van pagina 4