Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

4 Interview dental tribune - netherlands edition december 2011 TEKST EN FOTO’S: BEN ADRIAANSE Tandarts-endodontoloog Walter van Driel en algemeen practicus Michaël Smulders leerden elkaar in 1991 kennen. Vele jaren en veel ervaring in het geven van nascho- ling verder besloten zij de handen ineen te slaan voor een bijzonder project: het CIDE, een gloednieuw nascholingscentrum dat unieke mogelijkheden biedt voor actieve participatie van deelnemers. Ge- zien de achtergrond van met name Van Driel is het niet verrassend dat in het cursusprogramma endodon- tische kwesties vooralsnog de bo- ventoon voeren. Dental Tribune sprak met de twee tandheelkundige ondernemers over hun visie op na- scholing én over actuele kwesties binnen het fascinerende terrein van de endodontologie. Jullie hebben beiden veel ervaring in het geven van nascholing. Hoe kwamen jullie tot het oprichten van een eigen centrum? Van Driel: “Onze ervaring in het geven van nascholing heeft ons geleerd dat je pas echt van prakti- sche nascholing kunt spreken als de praktijksituatie wordt bena- derd én de cursist ook daadwer- kelijk iets met zijn handen kan doen. Dat klinkt logisch, maar je komt het bijna nergens tegen. Vaak is de leeromgeving niet ide- aal: de nascholing wordt gegeven in een congrescentrum, restau- rant of hotel waar dan wel een aantal apparaten wordt aange- sloten en instrumentarium aan- wezig is, maar het benadert de praktijk bij lange na niet. Bij ons groeide de onvrede toen wij her- haaldelijk dit type cursussen ga- ven en zagen dat deelnemers een te passieve rol hadden om écht iets op te steken. In Michaël vond ik iemand die vergelijkbare idee- en had als ik en toen we beslo- ten samen iets op te zetten, was CIDE het eindresultaat.” Het aantal aanbieders van geac- crediteerde tandheelkundige na- scholingen is nauwelijks meer te overzien. Waarom zou men juist voor CIDE moeten kiezen? Van Driel: “Inderdaad kun je als mondzorgprofessional tegen- woordig elke dag wel een cur- sus volgen als je dat wilt. Het uitgangspunt van CIDE is dat de praktijksituatie zo goed mogelijk gesimuleerd wordt, zodat deelne- mers in hun dagelijkse praktijk maximaal profijt van de cursus hebben. Onze vaste locatie is een tandartspraktijk, waarin aller- lei typen instrumenten voorhan- den zijn om uit te proberen. Wij oefenen op fantoommodellen of geëxtraheerde gebitselementen, waarbij een zogenaamde ‘idea- le situatie’ wordt gecreëerd. Van alle modellen kunnen röntgen- foto’s worden gemaakt, zodat het resultaat direct bekeken en be- oordeeld kan worden. “De techniek van de behan- delmicroscoop in onze prak- tijkruimte is gekoppeld aan de cursusruimte boven, waar de cursisten zitten. Vroeger, als een behandeling door de docent werd gedemonstreerd, keek je als cursist over zijn schouder mee. Dan zag je niets, behalve als je als tandarts assisteerde, maar een tandarts is per definitie een slechte assistent (lacht). Hier kunnen cursisten gewoon boven op een groot scherm zien hoe ik de behandeling uitvoer. Vanaf volgend jaar ga ik op deze ma- nier echte patiënten behandelen. Een patiënt is toch weer anders dan een fantoomhoofd: er gebeu- ren altijd onverwachte dingen en daar moet je als behandelaar op inspelen. Voor een cursist is het leerzaam om te zien hoe een do- cent omgaat met die situaties waarin een behandeling tegen- zit.” Smulders: “Onze cursisten gaan in kleine groepen aan de slag met concrete praktische be- handelvragen. Ik geloof – in alle bescheidenheid – dat de simu- lering van praktijksituaties die in ons centrum bereikt wordt, in Nederland uniek is. Hierdoor is het niet vreemd dat vooral voor het praktische gedeelte de mo- tivatie enorm is, al kennen onze cursussen ook een leerzaam the- oretisch gedeelte. Je ziet dan dat tandheelkunde toch een ‘doe- vak’ is.” Is jullie filosofie ook zichtbaar in het contact met de cursisten? Smulders: “Onze cursussen zijn door de kleinschalige opzet in- tensiever. Tijdens onze trainin- gen is de sfeer vaak die van een familiebijeenkomst. Aan het be- gin wil men zich weleens wat af- zijdig opstellen, maar al snel zie je dat deelnemers zich bloot dur- ven geven en hun kwetsbare pun- ten op tafel leggen. Dat stelt ons in staat om cursisten te trainen op hun zelf naar voren gebrachte leerpunten. Vroeger was het wel- eens zo dat je een foto met een te- genvallend behandelresultaat uit schaamte wegstopte. Nu worden deze juist naar voren gebracht om de eigen tekortkomingen te laten zien. Belangrijk daarbij is dat nie- mand wordt afgerekend op zijn voorkennis, of hij nu al heel ver is, of nog veel te leren heeft.” “Na afloop gaat de cursus in feite door in de ‘cursisten area’ op onze website. Een soort chat- room, waartoe alleen de docent en de deelnemers toegang heb- ben. Cursisten kunnen zo ook nadien nog vragen stellen aan medecursisten, of aan de docent. Van deze mogelijkheid wordt dankbaar gebruik gemaakt.” Ook bij andere aanbieders van tandheelkundige nascholing heb ik praktijkruimtes gezien waarin practica plaatsvinden. Vindt daar geen vergelijkbare training plaats als bij CIDE? Van Driel: “Bij anderen – je doelt misschien op ACTA – gaat het toch iets anders. Daar vinden de practica in grotere groepen plaats: soms wel veertig, vijftig man, terwijl bij ons twaalf het maximum is. Bovendien heeft bij ons elke cursist een eigen behan- delunit en behandelmicroscoop. Ik zeg hier niets ten nadele van bijvoorbeeld ACTA: het is goed dat onze trainingen elkaar aan- vullen en dat elke tandarts kan kiezen welk type nascholing hij nodig heeft. Wat dat betreft zie ik ons niet als concurrenten. Op een congres in bijvoorbeeld een hotel gaat het meer om het ‘rui- ken aan’, academische verdieping zonder dat de grote groep geïn- teresseerden het gevoel krijgt de “Endodontologie is een precisievak” In gesprek met Walter van Driel en Michaël Smulders, oprichters van CIDE > lees verder op pagina 6 “ “ ” ” We moeten cursisten soms van hun behandelunit wegtrekken De nauwkeurige simulering van praktijksituaties is voor Nederland uniek Walter van Driel (links) en Michaël Smulders.