Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

15Reportage/Wetenschapdental tribune - netherlands editiondecember 2011 Intrinsieke suikers even schadelijk LEEDS – Er bestaat geen verschil in het glazuurdemineraliserende effect van intrinsieke suikers en de extrinsieke of ‘vrije’ suikers die worden toegevoegd tijdens het voedselverwerkingsproces en die voorkomen in vruchtensap of honing. Dat blijkt uit onderzoek van het tandheelkundig instituut van Leeds. Deze resultaten weer- spreken de lang bestaande opvat- ting dat intrinsieke suikers in bij- voorbeeld fruit veiliger voor het gebit zijn dan de vrije suikers in vruchtensap. Het unieke onderzoek werd uitgevoerd met behulp van een intra-orale cariogene test. Een apparaat dat in de mond wordt geplaatst om te meten in wel- ke mate substanties cariës be- vorderen, vergeleek het effect van groenten en fruit in vaste en vloeibare vorm op de glazuurde- mineralisatie. Eerdere rapporten van onder andere de Wereldgezondheids- organisatie (WHO) in de jaren ’90 raadden consumenten aan de inname van ‘vrije suikers’ te be- perken. Door deze te vervangen door consumptie van intrinsie- ke suikers zou het gebit worden ontzien. Gezamenlijk onderzoek van de Food and Agriculture Or- ganisation (FAO) en de WHO uit 2007 verschafte nieuwe inzichten over koolhydraten in menselijke voeding en suggereerde suikers in voeding te beschrijven met de term ‘totale suikers’. Dit onder- zoek stelde tevens vast dat het gebruik van de verschillende ter- men verwarring stichtte onder consumenten. Het onderzoek van het Tandheelkundig instituut van Leeds brengt meer duidelijkheid in de discussie. Het onderzoek werd uitgevoerd onder tien volwassen met een normale speekselproductie. Ie- dere deelnemer droeg een aan de tanden van de onderkaak beves- tigd apparaat waar geprepareerde gedemineraliseerde plaatjes met menselijk glazuur op waren be- vestigd. Op vaste tijden namen ze gedurende tien dagen zeven keer per dag dezelfde voeding in. Tweemaal daags poetsten ze – zonder het apparaat in hun mond - hun gebit met een tandpasta zonder fluoride. De geconsumeer- de voeding bestond uit appels, sinaasappels, druiven, wortels en tomaten. De sappen werden onttrokken aan dezelfde vruch- ten en groenten. Het onderzoek toonde een significante demi- neralisatie aan bij de consump- tie van alle testvoeding met in- trinsieke én extrinsieke suikers. “Onze resultaten wijzen uit dat de mate van demineralisatie van het glazuur losstaat van de ma- nier waarop dit soort voeding wordt geconsumeerd,” stelt coau- teur prof. dr. Monty Duggal. “De resultaten zijn zeer bruikbaar bij het geven van het juiste dieet- en gezondheidsadvies aan patiën- ten. Vooral kwetsbare groepen, zoals kinderen en mensen die geen fluoridetandpasta gebrui- ken, hebben veel baat bij onze ontdekking.” (bron: Dental Tribu- ne Europe) ■ “ ” Vooral kwetsbare groepen, zoals kinderen en mensen die geen fluoridetandpasta gebruiken, hebben veel baat bij onze ontdekking hulp. Maar de eerstehulpdienst kan, behalve het verstrekken van pijnstillers en het aanbieden van een lijst met tandartsen die de patiënt eventueel willen behan- delen, weinig voor deze mensen doen. Hiermee komen we bij een an- der pijnlijk probleem waar veel Amerikanen graag hun ogen voor zouden willen sluiten. Veel tand- artsen willen arme patiënten mét een Medicaid-tandartsverzeke- ring liever niet behandelen om- dat zij dit niet commercieel kun- nen verantwoorden. “Medicaid is een administratief gedrocht,” is een veelgehoorde mening. Het vergoedingensysteem verschilt van staat tot staat, de verzeke- ring dekt de gemaakte kosten vaak maar ten dele, en uitbeta- ling kan met gemak een halfjaar duren. Ook geografie speelt een rol in het beperkte aanbod. Veel arme Amerikanen vertrokken de laatste jaren om economische re- denen vanuit de steden naar het platteland. Voor tandartsen is het zelden rendabel hier een kliniek te beginnen. GEVONDEN: BETAALBARE TANDARTS Ondanks de schaarste van mond- zorgaanbieders zijn er mogelijk- heden. Minder draagkrachtigen die in de buurt van een tandheel- kundige opleiding wonen, kun- nen hier tegen een redelijke ver- goeding terecht, als zij het geluk hebben als patiënt te worden ge- accepteerd. Voor de allerarmsten zijn er de door de overheid ge- financierde publieke gezond- heidscentra. Hier kan men te- gen een vast laag tarief terecht, ongeacht het soort behande- ling. Maar ook hier is binnenko- men moeilijk, personeel schaars en zijn de wachttijden lang. In 2007 verleende dit soort klinie- ken mondzorg aan minder dan 2% van de Amerikanen met Me- dicaid of zonder zorgverzekering. De mondzorgspecialisten die hier werken krijgen, in tegenstelling tot collega’s in privéklinieken, niet per behandeling betaald, maar ontvangen een vast sala- ris. Ze verdienen onder de streep vaak minder dan praktijkhou- ders, maar genieten de voorde- len van een vast dienstverband en maken aanspraak op onder meer kortingen op hun studieschuld. Concrete oplossingen voor alle problemen waar de mondzorg in Amerika momenteel mee wor- stelt zijn niet direct voorhanden, mede door het oplopende begro- tingstekort en de astronomische staatsschuld. Logischerwijs heb- ben de problemen in de mond- zorg minder prioriteit dan de nog veel grotere (financiële) pro- blemen in de algemene gezond- heidszorg. Volgens sommige on- derzoekers komt dit niet alleen door het verschil in omvang van de problemen, maar ook doordat beleidsmakers vaak uit een soci- aaleconomisch milieu afkomstig zijn waar mondzorgproblemen vrijwel niet voorkomen, waardoor zij van nature weinig aandacht voor de problematiek hebben. Toch heeft de mondzorg een plek in de hervormingsvoorstel- len van Obama gekregen. Zo schrijft de PPACA voor dat pedia- trische tandheelkunde en mond- hygiëne onderdeel moeten vor- men van de minimale dekking van de door de overheid georga- niseerde zorgverzekering. Het Witte Huis lijkt de problemen bij de wortel aan te willen pakken door de focus op voorlichting en minderjarigen te leggen. Daarnaast proberen universi- teiten en federale overheidspro- gramma’s de bestaande situatie op verschillende manieren te ver- beteren. Tandheelkundestuden- ten worden actief aangemoedigd een aantal jaren in een door de overheid gesubsidieerde kliniek te gaan werken of tijdens de zo- mer in een plattelandspraktijk te helpen. Hier staat een aan- zienlijke vermindering van hun studieschuld tegenover. Andere ideeën zijn het verlagen van de toelatingseisen voor buitenland- se tandartsen en taakdelegatie naar assistenten en mondhygi- enisten. Logischerwijs stuit dit laatste voorstel, net als soms in Nederland, op bezwaren uit de hoek van beroepsverenigingen. LESSEN VOOR NEDERLAND De mondzorg in de Verenigde Staten weerspiegelt in zekere zin de grote verschillen tussen de have’s en have not’s in het land. Voor kapitaalkrachtigen zijn er in de meeste gebieden voldoen- de mondzorgklinieken die uit- stekende kwaliteit bieden. An- derzijds is zelfs de meest basale mondzorg door de hoge kosten en de slechte dekking van de tand- artsenverzekeringen niet toe- gankelijk voor een schrikbarend groot aantal Amerikanen. Het ontbreken van deze toeganke- lijkheid is echter niet het directe gevolg van het stelsel van vrije tarieven, maar van een veel diep- gaander probleem. De Ameri- kaanse overheid garandeert geen basale gezondheidszorg voor al haar onderdanen doordat zij er tot op heden niet in slaagt een zorgverzekering verplicht te stel- len. Er zijn veel overeenkomsten tussen de ontwikkelingen in de Nederlandse en Amerikaanse mondzorg: de vergrijzing onder mondzorgprofessionals zal ook hier de komende jaren toeslaan, Nederlanders behouden langer hun dentitie, en het aantal part- timers in mondzorgklinieken neemt steeds verder toe. De pro- blemen die hierdoor kunnen ont- staan, zijn wellicht te verhelpen met de oplossingen die de Ameri- kanen ook verkennen: meer taak- delegatie, eenvoudigere toegang voor buitenlandse tandartsen en actieve stimulering vanuit de overheid. Het meest nijpende probleem waarmee de Nederlandse mond- zorg in de toekomst geconfron- teerd kan worden is datgene wat de Amerikaanse mondzorg zo’n controversieel imago heeft gege- De wet van Obama en de toekomst van de Amerikaanse mondzorg Er is, zeker vergeleken met de Nederlandse situatie, veel mis in de Amerikaanse mondzorg. Toch is marktonderzoeksbureau IBIS- World optimistisch over de economische vooruitzichten van de Amerikaanse sector als geheel. De hervormingen die in Obama’s PPACA besloten liggen, maken toegang tot de mondzorg van mil- joenen voorheen onverzekerde patiënten mogelijk. De stijgende vraag zal naar verwachting leiden tot een jaarlijkse groei van het aantal tandartspraktijken met 0,7% tot meer dan 175.000 praktij- ken in 2016. Omdat in de nieuwe wet pediatrische tandheelkunde wordt vergoed, wordt het marktpotentieel voor deze niche aan- zienlijk vergroot. IBIS verwacht een grotere vraag naar pediatri- sche en anesthesiebehandelingen, en een slinkende vraag naar minder lucratieve tandtechnische oplossingen. Onderzoeker Sophia Snyder van IBIS stelt: “De dentale indus- trie in Amerika vertegenwoordigt een jaarlijkse waarde van 108,5 miljard dollar en is tijdens de recessie zeer robuust gebleken. Dit komt door positieve demografische ontwikkelingen, technologi- sche vooruitgang en een groeiend bewustzijn van het belang van een goede mondgezondheid.“ Het is niet alleen rozengeur en maneschijn: de kosten van tand- heelkundig onderwijs stijgen snel, en door de technologische ont- wikkelingen wordt het steeds risicovoller voor beginnende tand- artsen om een eigen praktijk te beginnen. In Amerika neemt concernvorming in de mondzorg – net als in Nederland – dan ook toe. IBISWorld verwacht dat de dentale industrie als geheel vanaf 2013 – het jaar waarin de eerste effecten van Obama’s hervormin- gen op grote schaal zichtbaar worden – tot 2016 met 3,5% groeit, tot een jaarlijkse waarde van 130 miljard dollar. ven: teruglopende toegankelijk- heid door hoge kosten. Onlangs werd bekend dat de premies voor tandartsverzeke- ringen in 2012 naar verwachting met 14% stijgen. Hoewel minis- ter Schippers van VWS denkt dat meer prijsconcurrentie tot betere mondzorg leidt, vrezen zorgver- zekeraars prijsverhogingen en voeren zij de premies alvast op. Zo gaat de tandartspremie bij VGZ met 8% omhoog, bij Zilve- ren Kruis in bepaalde gevallen tot 10% en bij de Amersfoortse met 15%, blijkt uit een inventarisatie van prijsvergelijker Verzekerings- site.nl. In een tijd van sombere economische berichten, oplopen- de werkloosheid en daling van het besteedbare inkomen per huishouden blijven onze politi- ci hopelijk rekening houden met datgene waaraan de Nederland- se mondzorg haar goede naam ontleent: toegankelijkheid voor iedereen. (bronnen: Slate Maga- zine, American Dental Associa- tion, Dental Tribune Internatio- nal) ■ Veel tandartsen willen arme patiënten mét een Medicaid-tandartsverzekering liever niet behandelen omdat dit com- mercieel niet interessant is. “ ” In Washington King Country staan mondzorgklachten op nummer drie in de lijst aanleidingen voor eerste hulpbezoek