Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

DTNL0511

12 Jong en oud dental tribune - netherlands edition juli 2011 gaatje optrad of een vulling niet bleef zitten. Ik constateerde ook dat de algemene gezondheid van deze mevrouw achteruitging. Ze werd minder mobiel. Ze woon- de alleen en kon mij vermoede- lijk steeds slechter bereiken. Met deze mevrouw ben ik een gesprek aangegaan, waarin ik vroeg: ´me- vrouw, zullen we nu onder toch maar een kunstgebit maken?´ In het algemeen geldt dat voor deze gevallen nog heel veel richtlijnen, protocollen en ideeën ontwikkeld moeten worden.” DE TOEKOMST De vergrijzing en het feit dat meer ouderen langer hun den- titie behouden, is een probleem in de gehele Westerse wereld. Schaub wijst op enkele Scandina- vische landen, die verder zijn in hun aanpak dan Nederland. Men werkt daar meer met populatie- gerichte tandheelkunde voor kin- deren en ouderen. Afgezien van enkele kleinschalige program- ma’s zijn er in Nederland nauwe- lijks initiatieven om de proble- men aan te pakken. “De gewaarwording zal groei- en als de indicaties voor het ver- band tussen de mond- en al- gemene gezondheid sterker worden. De grote hoeveelheden plaque en voedselresten bij een slechte mondhygiëne veroorza- ken een enorme bacteriegroei. Dit kan leiden tot een grotere kans op luchtweginfecties. Die kans wordt groter als mensen tegelijkertijd een slikprobleem hebben. Daarbij hebben veel ou- deren ernstige gingivitis. Prof. dr. Bruno Loos heeft hierover eens gezegd: ‘Als je dit in vier- kante centimeters op je arm legt, dan moet je naar het ziekenhuis, maar als het in de mond zit, zien we het eigenlijk niet’. “We moeten daarnaast erken- nen dat een schone en liefst ook gezonde mond grote invloed heeft op de kwaliteit van leven. Niet al- leen voor de oudere, maar ook voor zijn of haar omgeving. Als je met een ongelooflijk smerige adem je kleinkinderen omhelst, wordt dat niet gewaardeerd. Dit kan zelfs betekenen dat de laat- ste herinnering aan mensen niet prettig is. Ik denk dat we goed kunnen aantonen waarom mond- gezondheid belangrijk is voor het leven van ouderen in een kwets- bare toestand. Daaruit volgt dat ook preventie op relatief jonge leeftijd eenvoudiger is te realise- ren.” PREVENTIE “Als voorzitter van de Nederland- se Vereniging voor Gerodonto- logie sta ik ervoor dat we ons bij preventie gaan richten op alle ou- deren boven 55 jaar. Die grens is arbitrair, maar wel gefundeerd. Vanaf die leeftijd hebben we nog te maken met mensen die de ca- riësepidemie hebben meege- maakt en een relatief complexe mondgezondheid hebben. Daar- naast neemt vanaf die leeftijd de kans op gezondheidsproblemen, en daarmee het gebruik van me- dicatie toe. Ten derde neemt in die levensfase de mobiliteit, han- digheid en spierkracht af. We moeten zorgen voor preventie die meer uitgaat van de situatie van ouderen: het herkennen van si- tuaties in hun mond en rekening houden met medicijngebruik en de mogelijke invloed daarvan op het speeksel. Een ander idee is dat we standaard gaan werken met de elektrische tandenborstel en mogelijk met fluoride.” Een centrale vraag is hoe de verantwoordelijkheid voor pre- ventie over de spelers in het veld wordt verdeeld. In de eerste plaats gaat het daarbij volgens Schaub om ouderen zelf en pro- fessionals uit de mondzorg. Maar als de kwetsbaarheid en zorgaf- hankelijkheid toenemen, moeten ook andere zorgverleners oude- ren stimuleren de mondgezond- heid te onderhouden. “Vaak gaan zieke ouderen die thuiszorg krij- gen, niet meer naar de tandarts. Dat kunnen tandartsen voorko- men door hen op te bellen, en thuiszorgmedewerkers door dit in de gaten te houden. De proble- men stapelen zich op als men- sen in het verpleeghuis belanden. Daar moet een samenspel van tandarts, mondhygiënist, ver- zorgende en de specialist oude- rengeneeskunde ontstaan. Deze verdeling bestaat al in de hui- dige richtlijn, maar ik denk niet dat iedereen dit principe helder op het netvlies heeft staan,” stelt Schaub. Ook Ronald Bos ziet een ge- deelde verantwoordelijkheid als de weg naar preventie: “Verant- woordelijkheid voor voorlichting ligt voor een deel bij de praktij- ken zelf. Een ander deel zal het Ivoren Kruis nu gaan inzetten via kanalen als ouderenomroep MAX en directe voorlichting in mond- zorgpraktijken. Bij ouderen ne- men de motorische vermogens af, waardoor poetsen moeilijker wordt. Om dit voor te zijn, moe- ten wij hen bijvoorbeeld al vroeg aanleren dat elektrisch tanden- poetsen motorische problemen kan opvangen. Hier ligt een stuk- je preventie waarbij veel te win- nen valt.” Zowel Schaub als Bos menen dat de commerciële sector een grotere rol moet spelen in de voorlichting. Bos: “Reclames zijn nu, en dat geldt niet alleen voor de mondzorg, vooral afgestemd op jonge of in ieder geval dynami- sche mensen. Dat is inherent aan de bedrijfstak. Om synchroon met de demografische ontwikke- lingen te blijven lopen, moet dit veranderen.” Dat de commercië- le sector moeizaam in beweging komt, ervaart ook Schaub: “Ik vroeg ooit aan een vertegenwoor- diger van Oral B wanneer ze spe- ciale elektrische borstels voor ou- deren gingen ontwikkelen. Daar had nog nooit iemand over nage- dacht!” De weg naar betere mondzorg voor ouderen is lang en complex. Toch is Schaub optimistisch: “We zijn koud een jaar bezig om over te brengen dat het gaat om een veel grotere groep ouderen dan alleen de mensen in het ver- pleeghuis. Ik ben ongelooflijk ge- lukkig dat er al zoveel belangstel- ling voor is. Ik hoop dat we van hieruit de samenwerking en in- spanningen kunnen vergroten. Dat is mijn missie.“ ■ “ ” De oplossing begint bij gewaarwording en moet leiden tot preventie bij ouderen vanaf 55 jaar “ ” In mijn werk in het verpleeghuis kom ik zoveel ellende tegen die eerder opgevangen had moeten worden ZOETERMEER – Vanuit de mondzorg groeit de vraag naar goede preventievoorlichting voor ouderen. Om dit te coördineren kwamen in mei verschillende verenigingen en belangenorgani- saties (waaronder de NMT, ANT, NVM, NVT en de Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie) en het Ivoren Kruis bijeen voor een rondetafelgesprek. Tijdens dit overleg werd besloten dat het Ivoren Kruis een voortrekkers- rol in de voorlichting voor oude- ren gaat spelen. De organisatie zal hiervoor (nieuwe) financi- ele middelen aanwenden en ge- schikte partners zoeken. Het Ivoren Kruis beschouwt een gezond gebit als een be- langrijke factor voor een goede kwaliteit van leven. Het op peil houden en verbeteren van de mondgezondheid van de groei- ende groep ouderen die de ei- gen dentitie behoudt, en mede hierdoor met nieuwe problemen wordt geconfronteerd, noemt de vereniging in haar perscommu- niqué ‘een gigantische verant- woordelijkheid voor de tandart- sen en mondhygiënisten in ons land’. Verschillende experts in de gerodontologie en aanverwan- te disciplines in de mondzorg gaven tijdens het overleg hun mening over de vorm en in- houd van de campagne. Prof. dr. R.M.H. Schaub, drong tijdens het overleg aan op een nauw- keurige definitie van de doel- groep ‘ouderen’ en de vormen van preventie die hieruit voort- vloeien. Prof. dr. C. van Loveren, bijzonder hoogleraar Preventie- ve Tandheelkunde aan het Aca- demisch Centrum voor Tand- heelkunde Amsterdam (ACTA) en voorzitter van het Adviescol- lege Preventie Mond- en Tand- ziekten van het Ivoren Kruis, bracht verschillende organisa- torische vragen ter berde: ‘Wat is de kwetsbaarheid van de pati- ent, en wat is de rol van de tand- heelkundig zorgverlener in het opsporen van die kwetsbaar- heid? Hoe kunnen medewer- kers in de mondzorg eerder sig- naleren en wat kunnen we dan doen?’ Er volgde een uitvoerige dis- cussie met de gesprekspartners over de doelgroep. Richten we ons op de ouder wordende pati- ent? En hoe oud is die dan? Of richten we ons juist op de pro- fessie die meer naar de veran- derende patiënt zal moeten kij- ken dan naar het gebit alleen? Of op de zorgverleners buiten de tandheelkunde met wie de pati- ent in contact staat? Het Ivoren Kruis gebruikt de conclusies van het overleg om zijn strategie voor ouderenvoorlichting verder te ontwikkelen. Uitgangspunt voor de doelgroep is de ontwik- keling van voorlichting gericht op de 55-plusser die gebruik- maakt van mondzorg in de re- guliere tandheelkundige prak- tijk. De gesprekspartners vinden het belangrijk dat de organisa- ties hun boodschap afstemmen en dat er uniform wordt gecom- municeerd. Daarom moesten er ook over de inhoud van de pre- ventieboodschap knopen wor- den doorgehakt. Besloten werd dat de boodschap positief zal worden geformuleerd waarbij ‘Jazeker, ook u kunt ouder wor- den met behoud van een gezond gebit’ een insteek kan zijn. ■ Ivoren Kruis neemt leiding in voorlichting ouderen